United States or Christmas Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nog altijd is het Westen bezig, den toen wassenden stroom van het Turkendom terug te dringen in zijn bedding, die in Azië ligt, en de oostersche spoorweg is een wapen in dien strijd. De gouverneur van Duitsch Nieuw-Guinea heeft in Juli 1908 als eerste blanke te zamen met prof. Dr. Sapper het duitsche eiland Bougainville van den Salomonsarchipel doorreisd.

Van de Nicobaren tot bij de noordoostkust van Nieuw-Guinea heeft men de Manenduif op alle eilanden gevonden; vooral echter is zij talrijk op kleine, onbewoonde eilanden, hetzij deze in de nabijheid van groote landmassa's of ver vandaar te midden van den oceaan liggen. Zij is een van die soorten, welke bijna uitsluitend op den grond verblijf houden; haar wijze van vliegen schijnt log.

Deze Vogels worden alleen aan de oost- en westkust van Nieuw-Guinea en op het eiland Salawatti aangetroffen; hier echter zijn zij in de bergstreken volstrekt niet zeldzaam. Aan weerszijden van de borst komt een groep van breede pluimveeren voor: de achterste zijn puntig, terwijl de voorste zich aan hun uiteinde nog meer verbreeden en gedeeltelijk zeisvormig uitloopen.

Hij was geweest in Samoa, en Fidzji, en Sydney; en als matroos had hij gevaren op wervingsschoeners door heel Nieuw-Britannië, Nieuw-Ierland, Nieuw-Guinea, en de Admiraliteits-eilanden. Ook was hij een guit, en hij had een voorbeeld genomen aan het gedrag van zijn schipper. O ja, hij had heel wat menschen opgegeten. Hoeveel? Hij kon het niet zeggen.

Nog meer: ditzelfde geluid werd gehoord op afstanden van ruim drieduizend kilometers: op Ceylon, in Birmah, op Nieuw-Guinea, enz: in één woord, over eene oppervlakte, die gelijk staat met het vijftiende gedeelte van de oppervlakte der aarde.

De Vogels van Zuid-Amerika vliegen in noordelijke richting tot in het zuiden en het midden van Brazilië, die van Zuid-Australië verhuizen naar Noord-Australië, gedeeltelijk zelfs naar Nieuw-Guinea en de naburige eilanden. Bij enkele soorten heeft vooraf een monstering van de leden van het reisgezelschap plaats.

Verscheidene reizigers leverden meer of minder belangrijke bijdragen tot de kennis van deze dieren; bijna geen hunner bleef echter vrij van het nu eenmaal heerschende wondergeloof. Lesson, die gedurende zijn reis om de wereld zich 13 dagen op Nieuw-Guinea ophield, is de eerste geweest, die op grond van eigen aanschouwing mededeelingen over levende Paradijsvogels heeft gedaan.

Ze zijn klein, gemiddeld 1.40 meter groot, zijn goed gebouwd en over het algemeen niet leelijk, alleen is de neus zeer breed en plat. Hun haar is wollig als dat der Papoea's op Nieuw-Guinea. De Ajita's leven van de jacht en van wat het bosch hun aan vruchten levert. Aan landbouw doen ze nog niet, en hun wapens bestaan eenvoudig uit pijl en boog en scherpgepunte lansen.

Te midden van de in de zaal aangebrachte versiering van groen en bloemen stond een eenigszins verkleinde Alfoersche woning, zooals Christeninlanders ze tegenwoordig bouwen en aan de wanden hingen schilderijen, door de kweekelingen van de nederlandsche Zendingsschool vervaardigd, tafereelen voorstellend uit het leven daarginds. Een afdeeling in de zaal is geheel gewijd aan Nieuw-Guinea.

In de kooi toont de Reuzen-ijsvogel zijn bekendheid met de tijdverdeeling op dezelfde wijze als in de Australische bosschen; hij schreeuwt in den regel alleen op de hierboven aangeduide tijdstippen. De snavel is licht koraalrood. Deze Vogel, die, evenals de overige leden van zijn geslacht, ongeveer de grootte van onzen Middelsten Bonten Specht bereikt, bewoont Nieuw-Guinea en de naburige eilanden.