United States or Burundi ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Als de mijters natuurvoorwerpen waren," voegde een ander er met neusgeluid bij. "Natura abhorret vacuum." "Daarom juist krijgen zij ze te pakken: het leege trekt ze aan!" antwoordde nog een ander. Dit een en ander en meer zoo werd in de "convento's" gezegd.

En met het hem eigen vreeselijk neusgeluid begon hij opnieuw zijn romance uit te voeren. Ongetwijfeld voldaan over het resultaat, dat hij verkregen had, wenschte Schaunard zichzelf geluk met een jubelenden grijns, die, gelijk aan een accent circonflexe, zich telkens wanneer hij tevreden over zichzelf was, schrijlings op zijn neus vertoonde.

Het dansen bestond in het aannemen van de meest verschillende en bevallige, vaak schilderachtige standen en werd begeleid door het met een doordringend neusgeluid zingen van een lied door de vrouwen, terwijl het orkest dit met de instrumenten accompagneerde. De ganrang is een soort trommel, ongeveer 3/4 M. lang, de vorm hebbende van een afgeknotten kegel.

Evenwel zag men te midden van die donkere massa plechtgewaden, monniks- en nonnekappen en hoorde, bij 't eentonig neusgeluid der gebeden, als witte jasmijnen, als frissche tjampaka's tusschen oude vodden, twaalf meisjes met witte pakjes en bloemkransen op 't hoofd, met krullend haar en stralenden blik. 't Leken kleine lichtgeniën in gevangenschap van spoken.

Ik zal beginnen met de geboden Gods. Ik zal langzaam lezen, dan kun je nadenken. Als je me niet goed verstaan hebt, moet je 't me zeggen, dan zal ik 't overdoen. Je weet wel dat ik, waar 't je welzijn geldt, nooit moe word." Ze begon met eentonig neusgeluid de beschouwingen omtrent de zondegevallen voor te lezen.

Deze ging met lezen voort, maar omdat het schreien van haar publiek opgehouden was, verloor ze de geestdrift, en gaven de laatste geboden haar zelfs slaap, en deden haar geeuwen tot groot nadeel van het eentoonig neusgeluid, dat op die wijze afgebroken werd. "Als ik 't niet zag, zou ik 't niet gelooven!" dacht de goede oude vrouw daarna.

Ieder zong goed, toen 't zijn beurt was; al was 't meer of minder een neusgeluid en onduidelijke uitspraak, behalve de misbedienaar zelf: zijn stem was iet of wat beverig, en meer dan eens zong hij valsch, tot groote verbazing van de menschen die hem kenden. Niettemin bewoog hij zich korrekt en met zwier.

De aangename geur van gebakken visch, die in papier gewikkeld, wordt medegebracht en in de pauze verorberd, prikkelt uwe reukzenuwen, terwijl uw gehoororgaan wordt vergast op het eigenaardig schel gefluit, waarmee de jeugdige Londenaar zijne afkeuring te kennen geeft, of het doordringend neusgeluid waarmede hij instemt in de geliefkoosde refreinen, waarvan hij de woorden natuurlijk op zijn duimpje kent.

Dat klonk niet vroolijk, dat was een logge, dikke deun door dronken-menschen-kelen bezield geraakt, en opgezwollen van pret in de ruimte uitgeschreeuwd; dat was een lijzige plezierdeun, een uitbundig feestlied met een klacht tot ondergrond, een feestwijs gezongen met een naar neusgeluid of uitgeklaagd door een houten hobo, een lachen met zoute tranen achter in de keel.

Deze keek hem een heele poos aan, daarna vroeg hij met het eentonige neusgeluid van den prediker: "Heeft u niet gezien, dat ik hard ben komen aanloopen?" "Ja, ik mag verrekken, als ik niet dacht dat u diarree had!" "Nu goed", zei de pastoor zonder zich te storen aan de grofheid van den alférez, "wanneer ik zoo mijn plicht verzuim, is dat om ernstige redenen."