United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit hadden wij gedaan uit vriendschap voor Nearchus, want wij kenden hem voor een basterd bloed, door zijne blanke huid met blauwe oogen en wit haar. Naderhand ging Demetrius los op Rhodus, daarheen brachten wij zijne soldaten en leeftocht over. Toen wij de laatste reis te Rhodus kwamen, was de oorlog voorbijgegaan. Demetrius was naar Athene gevaren.

Op de nieuwe schepen, die den brand ontkomen waren, liet hij Joniers en Krekalanders gaan. Hij zelf ging met zijn ander volk langs de kust door de dorre woestijn, dat is door het land, dat Irtha opgeheven had, uit de zee, toen zij de straat achter onze voorvaderen had opgehoogd, zoodra zij in de roode zee kwamen. Nearchus ging aan wal en vertoefde drie dagen. Toen ging het weder verder.

Maar Nearchus, die niet alleen zijn eerste vorst, maar ook zijn vriend was, raadde hem anders te doen. Nu hield hij zich als of hij geloofde, dat het bij ongeluk geschied was. Doch hij durfde zijn tocht niet hervatten. Nu wilde hij terugkeeren; doch eer hij dat deed, liet hij eerst onderzoeken wie er schuldig waren.

Naar de berichten, die we hier ontmoeten, is Friso ook uit Indie gekomen en wel met de vloot van Nearchus, maar hij is daarom geen Indiër, hij is van Friesche afkomst, van Fryas volk. Die Geertmannen zijn slechts bij een van de Grieksche schrijvers bekend, namelijk bij Strabo, die hen vermeld als Germ=anec eene van de Braqm=anec in zeden, taal en godsdienst geheel en al verschillende volkstam.

Nu ging hij toe en koos al degene uit zijn volk en zijne soldaten, die gewoon waren over zee te varen. Wichhirte was weder ziek geworden, daarom ging ik alleen mede en Nearchus van des konings wege. De tocht liep zonder voordeel ten einde, uithoofde de Joniers altijd in onmin waren tegen de Pheniciers, zoodat Nearchus zelf er geen meester over blijven kon.

V. s. had hij een aanslag tegen een tyran, Nearchus of Diomedon, met den marteldood moeten boeten. Zijn vader, die koopman was, had ook hem voor den handel bestemd, ofschoon hij reeds vroeg de wijsgeerige geschriften van Xenophon en Plato ijverig bestudeerd had.

Nearchus wilde nu, dat wij ons zouden nederzetten aan de kust van Phenicie, maar dat wilde niemand doen. Wij zeiden het liever te willen wagen om naar Fryasland te gaan. Toen bracht hij ons naar de nieuwe haven van Athene, waar alle echte Fryaskinderen voormaals heen getogen waren. Voorts gingen wij soldaten, leeftocht en wapenen voeren.

G. naar Azië, werd als gezant naar een indisch volk gezonden, en was later opperstuurman op de vloot van Nearchus. Hij schreef eene geschiedenis van zijne tochten en van de daden van Alexander, aan welke echter door de ouden weinig vertrouwen geschonken werd. Onochonus, Onochonos, rivier in het gewest Thessaliotis in Thessalia, zijrivier van den Peneus, tusschen den Pamisus en den Enipeus.

Wij moesten wel zwichten, en Nearchus wist alles zoo juist te regelen, dat wij in de Middellandsche zee lagen, eer drie maanden verloopen waren. Toen Alexander vernam hoe het met zijn ontwerp afgeloopen was, werd hij zoo vermetel, dat hij de drooge straat wilde uitdiepen, Irtha ten spot.

Toen wij bij den Euphraat kwamen, ging Nearchus met de soldaten en vele van zijn volk den wal op. Doch hij kwam spoedig weder. Hij zeide, de koning laat u verzoeken, gij zoudt nog eene kleine tocht om zijnentwil doen, tot aan het einde van de Roode zee. Daarna zal ieder zooveel goud krijgen, als hij tillen kan. Toen wij daar kwamen, liet hij ons aanwijzen, waar de straat vroeger geweest was.