United States or Fiji ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tiberinides, de nimfen van den Tiber. Tiberinus, de riviergod van den Tiber, oorspronkelijk een koning van Alba Longa, die in de Albula verdronken was en zijn naam aan de rivier gegeven had. Hij werd te Rome hoog vereerd, had een heiligdom op het Tibereiland en een standbeeld op het Capitolium.

Ik vestigde mij te Londen en bevond er mij niet kwalijk bij; want de stukken, die ik maakte, schonken mij eenigen naam en genoegzaam voordeel.

De andere was die groote en fraaie visch, die by de Engelschen den naam van rock-cod draagt, by de Indianen dien van baroketta, en by de Negers dien van new-mara. Ik heb 'er reeds verscheiden malen melding van gemaakt; maar ik heb hem nog niet beschreven. Men vindt deezen visch zeer dikwils in het bovenste gedeelte der Rivieren.

»Toen wij weder voor het huis stonden, gebood de vreemdeling mij: 'Vergezel mij nu naar de boot van Phanes, en noem mij dikwerf bij den naam van den Athener. 'Maar de matrozen zouden u kunnen verraden, bracht ik hier tegen in.

Het aloude stamhuis der thuringsche vorsten zonk ten grave, en het land werd tusschen onderscheidene verwante vorstelijke familiën verdeeld en telkens op nieuw verdeeld, tot het in de officiëele geschiedenis zijn naam verloor.

Ik praatte vroeger nooit met mijn barbier z'n klanten, of achter op de tram met vreemden over 't weer... Nu groet ik dagelijks kapteins en luitenanten, die 'k zelfs bij naam niet ken, en die 'k niet frequenteer.

Ook hadden ettelijke Franschen daarin hunne naamteekening gezet. Een hunner, dien het beter is maar niet te noemen, veroorloofde zich achter zijn naam te zetten: »Nous n'avons qu'

En had een vader reeds eenen vasten toenaam of geslachtsnaam, waar by hy, te recht, ook steeds genoemd werd, dan nog ging die naam wel, niet rechtstreeks en op zich zelven, zoo als de regel was en nog steeds is, op den zoon over, maar middellik, door er weêr een schijnbaar patronymikon van te maken, door dien naam in den tweeden naamval te plaatsen.

De naam wordt afgeleid van de willekeurige volgorde, waarin zulke liederen door de gasten gezongen werden, terwijl bij andere tafelliederen, vooral bij godsdienstige gezangen, ieder op zijn beurt of allen met elkander zongen. Anderen denken aan eigenaardigheden in metrum of melodie. Beroemd is onder de scolia, die bewaard gebleven zijn, dat van Callistratus op Harmodius en Aristogiton.

Dezen zien wij gedurende de tweede helft der 14de eeuw in deze landen optreden onder den naam van sprekers of zeggers.