United States or Syria ? Vote for the TOP Country of the Week !


En dan komt de banjir en alle geluk, alle verwachting wordt weggevaagd en die hoopvolle menschen worden dan geschetst als lijken, lijken die dreigen met de pest, zegt de krant. "'t Zijn de lijken van mensen!" roept Multatuli. Zy voelden, hoopten, vreesden, als wy. Ze hadden aanspraak op levensgeluk als wy... Lezer, Nederlander, het waren mensen, die Javanen!

Multatuli beperkt zich niet tot het schetsen van Wouters wederwaardigheden: hij wijst telkens op fouten in opvoeding en onderwijs, op bekrompenheid, op maatschappelijk onrecht. Hij trekt telkens een parallel tusschen de ontwikkeling der kinderziel en die der menschheid: hij vindt hierin aanleiding opmerkingen over taalontwikkeling, mythologie, folklore en geschiedenis te plaatsen.

Ik geef sterk in "Geertje" weer mijn heel persoonlijke illusies De Meesters illusies van vrouwenliefde. Dat is het subjectieve in het boek. En het is voor mijn gevoel het werk van de critiek, uit te maken in hoeverre ik, bij dat subjectieve, zuiver heb weten te houden de teekening van de figuren. Dat laatste is natuurlijk de kunst. Van Deijssel heeft naar aanleiding van "Geertje" geschreven: De Meester is in onze generatie de man die hart in zijn werk legt. Toen mijn vrouw mij vertelde van die dienstmeid toen zei ik dadelijk: Dat mensen voldoet aan de verlangens, die ik als jongen van achttien jaar had van vrouwenliefde. Nu kwam de werkelijkheid vóor mij te staan en gaf mij zoo'n ideale figuur te aanschouwen. Ik had maar te copiëeren maar ik deed het met de vreugde van iemand die heeft gevonden zijn ideaal.... Ik kan u dit misschien nog duidelijker maken door u te zeggen, dat mijn lievelings-auteurs ook menschen waren die als het ware geestelijk werkten. Vòor mijn vijftiende jaar al Multatuli, en daarna nog veel meer Rousseau. Dat zijn geen zuivere vertellers en geen zuivere schoonheidsmenschen. Dat zijn menschen die steeds hun inzicht in het leven geven. Daarna ben ik komen te lezen pessimistische literatuur, die aan mijn levensinzicht beantwoordde. Het is altijd geweest: mijn philosophie ... of neen, ik heb niets van een wetenschappelijk man ... mijn levensoverpeinzingen een vorm te geven door er vertellingen van te maken ... d

De Hollanders zijner dagen heeft hij tot besef van hun wereldburgerschap gebracht, door in het hart van ons volk menschelijk medevoelen voor de bevolking van Insulinde te wekken. Wat een levenskwestie voor den Javaan was en een belangenkwestie voor Indische industriëelen, was slechts een partijkwestie in de Tweede Kamer. Multatuli maakt het tot een gewetensvraag voor het Nederlandsche volk.

Zou niet de nooit volprezen Multatuli, indien hy 't beeld des Bakers had willen opsieren met franjekleederen of krulgewaden... Hier komt dominee Zielknyper zoo uittewyden in myn lof, dat ik uit pure zedigheid genoodzaakt ben terugtekeeren tot den tyd toen er nog inkomende-rechten bestonden, en dus vóór Baker-apothéose en anevrismen. Daarvan gebeurt niets.

Hy zocht ... Genoeg, myn goede Stern! Ik, Multatuli, neem de pen op. Ge zyt niet geroepen Havelaars levensgeschiedenis te schryven. Ik heb u in 't leven geroepen ... ik liet u komen van Hamburg ... ik leerde u redelyk goed hollandsch schryven, in zeer korten tyd ... ik liet u Louise Rosemeyer kussen, die in suiker doet ... het is genoeg, Stern, ge kunt gaan! Die Sjaalman en zyn vrouw ...

En zoo verliezen we Wouter uit het oog als een jongen, die op het punt staat het groote leven in te gaan. Hij is bezield met goede voornemens maar de weg naar de hel is ermee geplaveid, voegt Multatuli er aan toe.

En Mimi heeft een zwaren, moeilijken strijd te voeren gehad tusschen haar tot liefde ontbloeide vereering voor Multatuli en haar plicht en liefde jegens hare ouders. Deze kúnnen zich in de romantische liefdesopvattingen niet indenken, nog minder invoelen. D. D. stelt Tine steeds voor als de alles begrijpende, meevoelende vrouw; hij spoort Mimi aan hare liefde aan zijn vrouw te bekennen.

Zijn positie was een overeenkomstige, als Multatuli in Nederland bij het geslacht innam opgroeiend tusschen 1860-1880, en als in onze eigen dagen Tolstoï internationaal ingenomen heeft. Natuurlijk verhoogden de geheimzinnigheid en ongewoonheid die Rousseau omhing, de belangstelling van het publiek voor den grooten schrijver.

Multatuli heeft hier misschien aan het zoogenaamde "maagbrommen" gedacht, een nerveus verschijnsel naar ik meen. Hierbij is 't wel mogelijk, dat men, zelf de geluidvoortbrenger zijnde, meent dat een ander het is, en omgekeerd. In elk geval zou het beter geweest zijn, indièn hij dááraan gedacht èn het gezegd had, al ware het 'n tikje "onaesthetisch" geweest. Wie 't snelste draait?