United States or Tanzania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Loeiende zee, pikdonkere hemel; bruisend water, dat driftig, grammoedig rolt of woest omhoog slaat, of in branding schuimend en spattend breekt op het strand; zwarte zee, in rouw gehulde hemel, komt mij ter hulp in mijnen strijd tegen den weerwolf, den vuigen moordenaar van onschuldige meidekens.

Hier toch durfden zij zich niet wagen, uit vrees voor den kogel, door den een of anderen in die donkere wegen verborgen vijand op hun borst gericht. Menig Fransch soldaat heeft op deze wijze het leven verloren, zonder dat ooit iemand zijn moordenaar heeft kunnen ontdekken.

De Gaucho is een "fatsoenlijk man," een gentleman, al is hij ook een moordenaar; de Guaso is in vele opzichter beter, maar tevens een alledaagsch man uit het volk. Ofschoon beide mannen hetzelfde beroep hebben, verschillen zij in hunne gewoonten en kleeding; en de eigenaardigheden die elk bezit, zijn in de wederzijdsche landen algemeen.

Neen, weg met den moordenaar! Den dood aan Aloud, die onze rechten schendt en schande over onze stad brengt. Weg met Aloud!" Luider en luider wordt die kreet herhaald en dreigender rinkelen de zwaarden in de trillende vuisten. Heer Aloud, die zich in het stadhuis bevond, hoorde dien kreet, maar hij vreesde hem niet. Een minachtende glimlach plooide zijne lippen.

"De commissaris van politie kan met mij meerijden," zegt de vreemde zeer overluid tot den kastelein: "tenminste wanneer hij hier in de sociëteit is. Als hij den moordenaar snapt is zijn fortuin gemaakt. Tot Philip sprak men niet. Nu is hij verdwenen. Hij vliegt naar zijn vrouw, en zegt haar zijn plan, en wat háár te doen staat.

Wat mij aangaat, ik ging weer op mijn bank liggen, maar ik sliep niet weer in. Ik vroeg mijzelf af, of ik wel had gedaan met een dief, misschien wel een moordenaar van de galg te redden, en alleen omdat ik ham en rijst

Hij is in den burcht, de vuige moordenaar van mijnen armen Eric! Ah, ik zal hem vinden, ik moet hem hebben!" Maar wanneer hij alles had doorzocht, en de Kerels van moorden moede en met bloed bedekt, hem omringden, stond hij daar, grijnzend het hoofd schuddende en als ontmoedigd. "Rambold ontsnapt mij!" zuchtte hij herhaalde malen.

Hoe schromelijk ook de daad zij, die door hem is gepleegd geworden, wij moeten hem bijstaan." "Ach, oom, spreek zoo niet!" zuchtte Robrecht met afgrijzen. "Burchard is eene afschuwelijke moordenaar. Ik hem helpen? Eischt gij dat van mij?" "Het is een bloedplicht, mijn neef, gij weet het wel.

De toehoorders waren verbaasd, maar hunne verbazing zou nog grooter worden; want de moordenaar zeide tot den Nazarener: Heer, gedenk mijner, wanneer gij in uw koninkrijk komt. Simonides ontstelde hevig. Wanneer gij in uw koninkrijk komt!... dat was het punt van verschil tusschen Balthasar en hem, waar zij zoo dikwijls over gesproken hadden, waar zij het nooit eens over konden worden.

Hij verschool zijn ware ik achter zijn potsierlijk uiterlijk, om zijn handen des te zekerder te kunnen uitsteken naar dengene, dien hij wilde vatten. "Ik wendde mij dus," vervolgde hij, "in de allereerste plaats tot Fred, en hoorde hem uit. Zoodoende vernam ik al wat er dien avond verteld en gesproken was. Het hoekkastje was door den moordenaar geopend.