United States or Mauritius ? Vote for the TOP Country of the Week !


Alleen de oude Abraham en zijn schoone dochter Mirjam bleven in het dorp. Want Abraham was te oud, om te gaan en Mirjam was te schoon, om niet door den ridder van Ruurloo te worden beschermd. De Zwarte Dood reed op Zijn zwart paard. Bijna geen huis, op eenigen afstand van het slot, of Hij was er de gast, die roofde en moordde.

Dit was niet voldoende, om Fontenelle tegen te houden, die door list de stad binnendrong, waar zijn volk zonder mededoogen plunderde en moordde. Moreau zegt, dat de heftigste moordtooneelen in de kerk plaats hadden, waar de bedden der stedelingen tot bij het altaar stonden. De rooverhoofdman liet naar het eiland Tristan in de baai van Douarnenez driehonderd booten met buit brengen.

Doch zelfs te midden van deze treurige tooneelen doet zich een verkwikkend verschijnsel aan ons voor, dat krachtig getuigt voor het hooge standpunt van verstandelijke en zedelijke beschaving, waarop het Nederlandsche volk in die dagen stond. De heffe des volks had alle breidels afgeworpen, zij vernielde, om te vernielen, maar zij roofde en moordde niet.

Dit was niet voldoende, om Fontenelle tegen te houden, die door list de stad binnendrong, waar zijn volk zonder mededoogen plunderde en moordde. Moreau zegt, dat de heftigste moordtooneelen in de kerk plaats hadden, waar de bedden der stedelingen tot bij het altaar stonden. De rooverhoofdman liet naar het eiland Tristan in de baai van Douarnenez driehonderd booten met buit brengen.

Hij meende, dat zijn macht eeuwig zou duren, zoo hij angst uitwierp. Hij roofde en moordde en brandde. Ja, hij was als een beest zoo wreed in het dooden, doch als een mensch deed hij doelloos lijden. Het volk morde. De mannen hielden hun oogen ternedergeslagen, zoo ze den ridder ontmoetten, maar geen der arme schobbejakken vergat het hoofd te ontblooten, ten teeken, dat ze hun haren kort droegen.

In het Noorden waar het klein wild talrijk, het groot wild schaarsch is, veroorzaakt de Los betrekkelijk weinig schade. In de gematigde gewesten daarentegen maakt hij zich zoowel bij den jager als bij den herder gehaat, niet alleen omdat hij veel meer dieren doodt, dan hij voor zijn voeding noodig heeft, maar ook omdat hij van een prooi slechts het bloed oplekt en het lekkerste stukje eet, het overige echter liggen laat ten buit voor de Wolven of Vossen. Hier keert hij hoogst zelden tot het door hem gedoode dier terug; wel doet hij dit, in streken, die arm aan wild zijn, zooals Lijfland; zelfs zoo, dat hij gedurende eenigen tijd in de nabuurschap blijft en de jacht nagenoeg geheel schijnt te laten varen. Geheel anders gedraagt hij zich in streken, die rijk zijn aan wild en vee. In de Zwitsersche Alpen beloert hij, volgens Schinz, Dassen, Marmotten, Hazen, Konijnen en Muizen, sluipt de Reeën in het bosch, de Gemzen op de Alpen na, overvalt Woer-, Berk-, Hazel- en Sneeuwhoenderen en onderneemt rooftochten tegen de Schapen, Geiten en Kalveren. Volgens Bechstein doodde een Los in één nacht 35 Schapen, volgens Schinz moordde een dergelijk Roofdier in nog korter tijd er 30