United States or French Guiana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarna droegen zij ijzeren staven aan, die zij woedend naar den vogel slingerden. De fazant ontweek verstandig de werptuigen, en vloog naar het hoofd van een aantal duivels. Intusschen was Momotaro met zijn beide makkers geland. Nauwelijks had hij dit gedaan, of hij zag twee schoone meisjes aan den oever van een rivier weenen, terwijl zij met bloed gedrenkte kleeren uitwrongen.

"Ach!" zoo spraken zij treurig, "wij zijn dochters van daimyos, en zijn thans de gevangenen van den Boozen Geest, die Koning is over dit vreeselijke eiland. Hij zal ons spoedig dooden, en er is, helaas, niemand, om ons te hulp te komen." Na die opmerking te hebben gemaakt, weenden de vrouwen op nieuw. "Dames", zeide Momotaro, "ik ben hier gekomen, met het doel uw booze vijanden te verslaan.

Hun boosaardigheid was boven beschrijving, en Momotaro wenschte hen te dooden, de ongelukkige gevangenen te bevrijden, en een grooten buit van het eiland mede te brengen, ten einde dien met zijn pleegouders te deelen. De oude man was niet weinig verbaasd, toen hij dit onversaagde plan vernam. Hij wist, dat Momotaro geen gewoon kind was.

Allen werden gedood behalve de Koning, doch deze besloot verstandig, zich over te geven, en smeekte, dat zijn leven mocht gespaard worden. "Neen", zeide Momotaro woedend. "Ik wil uw laaghartig leven niet sparen. Gij hebt een aantal onschuldige menschen gepijnigd en het land jaren lang geplunderd."

Wijst mij een weg, om gindsch kasteel binnen te dringen." Aldus kwamen Momotaro, de hond en de aap door een smalle deur het paleis binnen. Toen zij eenmaal de vesting waren binnengedrongen, vochten zij hardnekkig. Een groot aantal duivels waren zóó verschrikt, dat zij van de borstweringen afvielen, en te pletter vielen, terwijl andere onmiddellijk gedood werden door Momotaro en zijn makkers.

Zij hadden nog geen grooten afstand afgelegd, toen zij een aap ontmoetten, die eveneens vroeg, in den dienst van Momotaro te worden opgenomen. Dit werd toegestaan, maar het duurde eenigen tijd, voordat de hond en de aap in vrede samen konden omgaan, zonder elkander te willen bijten. Toen zij hun weg vervolgden, kwamen zij een fazant tegen.

Na die woorden te hebben gesproken, stelde hij den Koning onder de bewaking van den aap, en ging daarna door al de vertrekken van het kasteel, terwijl hij de talrijke gevangenen, die hij daar vond, bevrijdde. De terugreis was een vroolijke tocht. De hond en de fazant droegen samen den schat, terwijl Momotaro den Koning medevoerde.

Toen de hond echter hoorde, dat de beroemde Momotaro vóór hem stond, nam hij zijn staart tusschen de pooten, en boog met den kop naar den grond, terwijl hij verzocht den "Zoon van een Perzik" te mogen volgen en hem alle diensten te mogen bewijzen, die in zijn macht lagen. Momotaro nam volgaarne dit aanbod aan, en nadat hij den hond een halven koek had toegeworpen, gingen zij samen op weg.

Nu ontwaakte weer de ingeboren afgunst van den hond, en hij liep naar voren en trachtte den schoon gevederden vogel te dooden. Momotaro scheidde de vechtenden, en ten slotte werd ook de fazant opgenomen in den kleinen stoet, terwijl hij keurig in de achterhoede marcheerde. Eindelijk bereikten Momotaro en zijn volgelingen de kust der Noord-Oostelijke Zee.

Op zekeren dag kwam Momotaro bij zijn pleegvader en vroeg hem, of hij hem wilde toestaan, een groote reis te ondernemen naar een zeker eiland in de Noord-Oostelijke Zee, waar een aantal duivels woonden, die een groote menigte onschuldige menschen hadden gevangen genomen, van wie zij er velen verslonden.