United States or Moldova ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het gevolg hiervan was dan ook dat die tuin, toen de lente dáár was, niets te wenschen overliet en de jaloezie wekte van niet weinigen. Ik zag dien toen ook, en moest erkennen dat men er van had gemaakt wat er, zonder pronkerigen opschik, met mogelijkheid van te maken was, en dat die tuin, reeds fraai, bij goed onderhoud, na weinige jaren een ware lusthof zou zijn.

»Verwijten?" vroeg Octavianus met goed gespeelde verbazing. »Maar heb ik niet eerder reden mij te beklagen? Juist omdat het mij ernst is met de welwillende gezindheid, die gij terecht in mijne woorden hebt opgemerkt, moesten enkelen uwer maatregelen mij bedroeven. Het vuur moest uwe schatten vernietigen.

De heer Adhipatti. Is. Zeer. Goed, maar er is een grens. Yverig, sleepte de resident achterna. Goed, maar er is een grens, moest Havelaar nogeens zeggen, als om 't vorige terugteslikken. Als u 't goed vindt, resident, zullen we plaats in den wagen maken. De baboe kan hier blyven, we zullen haar een tandoe zenden van Rangkas-Betoeng. Myn vrouw neemt Max op den schoot ... niet waar, Tine?

Toen ze op de Agger stonden, werd elk der manschappen een zakje met mondvoorraad en krijgsbehoeften uitgereikt, om aan den hals te hangen; de schroomvalligen werden aangemoedigd door het vooruitzicht op den roem en den rijken buit en men trad te water, om te voet Zuid-Beveland te bereiken. Wel was het eb, maar toch moest men tot de knieën, soms tot het middel, door het water waden.

Newton, die zooveel zaken waargenomen heeft, had opgemerkt dat de geslepen diamant het licht meer weerkaatst dan eenig ander doorschijnend lichaam. Daar hij nu wist dat die hoedanigheid den meesten brandbaren lichamen eigen is, zoo trok hij met zijne gewone stoutmoedigheid daaruit de gevolgtrekking, dat het diamant brandbaar moest zijn.

Maar toen zij die eerste schokken doorstond, als eene die wel diep getroffen is, maar niet ten bloede toe gewond, toen begreep hij dat de pijnlijke operatie maar in eens moest worden doorgezet, wel gerust dat zij er niet aan zoude doodbloeden en in gemoede overtuigd dat hij de wijste partij koos die er te nemen viel, in haar belang en in het zijne.

"Mij dunkt toch," zei mevrouw Rustig, die stil toegeluisterd had, "dat Jack maar liever in de rivier moest gaan visschen; al vangt hij er weinig, in elk geval zal hij dan niet in het water geworpen worden en op die manier zijn kleeren bederven." Maar mevrouw Rustig was geen wijsgeer.

Sterre, gie vuilkonte, goat ou muil hêwen!" tot zij er mee aan den overkant kwamen, waar de troep dan moest gescheiden worden.

Het liefst echter musiceerde ik met mijnen braven meester alleen: want dan eerst was het musiceeren, en niets dan musiceeren, wat wij deden. Die man electriseerde mij. Hij had over de snaren eenen streek, waardoor ik mee =moest= als secondo, fluks over de lastigste passages heen, die ik bij het instudeeren vergeefs getracht had onder den duim te krijgen. Hij had op de toetsen eene voordracht, die mijn eigen spel mee bezielde en ophief, zoodat ik soms zelf (ja, 't klinkt zot!) wel bravissimo! had willen roepen over het vloeiende van mijnen eigen toon. Spelen, spelen, naar onzer harten lust! en als er onder het rusten even gesproken werd, 't was over niets dan muziek en musici. »Jongen!" begon hij dan, met eenen glanzenden blik naar de boven het klavier prijkende borstbeelden van zijne drie hoogst gevierde meesters Haydn, tot wien hij nooit anders dan kortweg »vader" zei Mozart, dien hij liefhad boven allen, en Phoebus Apollo noemde en Beethoven, dien hij vreesde en aanriep als den dondergod, den Jupiter Tonans onder de componisten: »Jongen!" begon hij, »wat waren ze toch machtig en groot! Hoe hadden ze toch alles, wat de goede God eenen kunstenaar maar schenken kan: wetenschap, vorm, melodie, hartstocht, teederheid, humor, vroomheid, gloed! En hoe gelukkig zijn =wij= toch, dat we n

Te zamen vormden zij een gerechtshof, dat elken Kerel moest aanhooren die beweerde dat hem, in zijn Ambacht, onrecht was gedaan of recht was geweigerd. Deze vierschare, die men jaarwaarhede noemde, vonniste diensvolgens als een hof van beroep; zij was onafhankelijk van den Hoop en zetelde verscheidene dagen.