United States or Armenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het groote gevaar van het zelfvernietigingsgevoel lag in de conclusie, waartoe evenzeer de Indische als sommige christelijke mystieken kwamen, dat de volmaakte schouwende en minnende ziel niet meer zondigen kan. Immers, opgegaan in God, heeft zij geen wil meer; slechts het goddelijk willen is gebleven, en waarin zij ook de vleeschelijke neigingen volgen, daarin is geen zonde meer.

Een kort oogenblik zweeg Rembha, en ging toen, in eenigzins veranderde maat, en met steeds zoetvloeijender klank harer ronde welluidende stem en als 't ware klimmende hartstogtelijkheid in de rol der minnende Radha voort: "Mij, hier verscholen in 't loof, hem, die daar sluimert in 't nachtelijk duister, Mij, die klagend hem zoekt, hem, die ginds praalt in zijn lagchende luister, Ons, ach! breng spoedig weer zamen, vriendinne!

Reeds geruimen tijd hadden zij geliefkoosd, met wat ruwer handen, maar anders al tamelijk als gij, minnende lezers of lezeressen! Reeds menig zoet woordje was er gewisseld, wel niet zooals gij ze wisselt, maar toch heel aardig: mien beste Jenne mien Jozef mien hartje mien jong duufke en al wat in de ooren van verliefde boortjes en boerinnetjes liefelijk en zoet klinken mag.

Dicht langs haar heen liep een enkel paar, evenals indertijd het minnende paar in het bosch, evenals de stuurman en de bontwerkersdochter; het was de flesch te moede, alsof zij dat alles nog eens doorleefde!

En, toen de minnende neef met de gemoedelijke verklaring: dat met Gods zegen zijne zaak toch zoo duister niet was, nog een laatsten coup had gewaagd speelde er een glimlach om de lippen des diplomaats, en klonk zijn finale: "Althans wanneer ooms middelen toereikende waren om het licht te bezorgen." Den volgenden morgen werd neef Oscar met ooms rijtuig naar Utrecht gebracht.

Maar het geestelijk lied kan ook uiting geven aan het gevoel van een enkeling, kan uitzingen diens lof en dank, of vertolken diens hoop en berouw: en zoo ontstaan de roerende liederen der "Minnende ziel", de "Zieleklachten" enz., die zich wellicht hebben ontwikkeld uit geestelijke verzuchtingen als deze: Maria, Gods Moeder, reine Maagd, Al onze nood zij U geklaagd.

Doch dit boek is mijn eigen, daarom wil ik die daarin zetten ter wille van mijne bloedverwanten. Alle het goede minnende Fryas kinderen zij heil! Daardoor zal het zalig worden op aarde. Leer en verkondig aan de volken. Wralda is het alleroudste of overoudste, want hij schiep alle dingen. Wralda is alles in alles, want hij is eeuwig en oneindig.

Hij zag de ridders en de edele vrouwen uit oude tijden te paard, met golvende vederbossen op den hoed en een valk op de hand, door het bosch rijden; de jachthoorn weerklonk en de honden blaften; hij zag vijandelijke krijgslieden in bonte kleeren met blanke wapenen, met spies en hellebaard, tenten opslaan en weer afbreken; het wachtvuur vlamde, en men zong en sliep onder de takken van den boom; hij zag minnende paren elkaar in stil geluk bij zijn stam in den maneschijn ontmoeten en hun namen, de beginletters, in den grauwachtig groenen bast snijden.

Het vurig verlangen naar liefde, dat reeds toen mijn geheele ziel doorgloeide, dat heeft de minnende vrouw, de moeder, de Koningin bevredigd gezien, en opdat ook de vriendschap mij alles bieden zou wat zij vermag te geven, daarvoor liet de gunst van het lot mijn Archibius, uw broeder, zorgen en ook mijne Charmion en Iras. »Laat nu komen, wat wil.

Ik wil den strijd met haar wagen, waartoe zij immers zelve de minnende vrouw en de moeder uitdaagde! Maar, het is mijn recht en ik zal er haar toe dwingen, dat zij mij zich zóó vertoont, zooals Antonius mij in deze laatste weken zoo dikwijls heeft gezien, niet schooner of jonger gemaakt door de kunst, waarover wij beiden beschikken."