United States or Dominican Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een brief zonder adres, zonder naam, zonder dagteekening, zonder handteekening, dringend en onbaatzuchtig, een uit waarheden bestaand raadsel, een liefdeboodschap, geschikt om door een engel gebracht, door een maagd gelezen te worden; een bovenaardsche samenkomst, een minnebrief van een schim aan een schaduw.

Hij wist niet, dat het dezelfde flesch was, waaruit hem en haar eenmaal de beker der vreugde en der hoop gevuld was; zij wiegelt zich nu op de golven met een groet en een doodstijding. Het schip zonk, de bemanning verging; de flesch vloog voort als een vogel, zij droeg immers een hart, een minnebrief in zich!

Hoe ik aan de neiging kwam, om me al zoo vroeg gelukkig te maken met een liefde-band, weet ik evenmin, als wie me het voorbeeld van een minnebrief had geleerd. Er zweven echter allerlei bakteriën in de lucht, van kinkhoest evengoed als van vrijerij, en het eene kind is vatbaarder dan het andere.

Dom volk, ze zal zeker zoo leelijk zijn om van te schrikken. De jongelui hebben tegenwoordig een zeer slechten smaak." "Laat eens zien, vader," zei de oude vrijster. Het doosje ging door een veer open. Zij vonden er niets in dan een zorgvuldig dichtgevouwen papier. "Van denzelfde aan denzelfde," zei Gillenormand, met schaterenden lach. "Ik weet wat het is. Een minnebrief."

Het conventioneel genre van den berijmden minnebrief, dat men in de Oudfransche en Middelhoogduitsche literatuur aantreft, werd in de 14de eeuw ook in de Nederlanden beoefend.

De oude heer had er plezier in, zond aardige pakjes, geheimzinnige boodschappen en grappige telegrammen, en zijn tuinman, getroffen door Hanna's bekoorlijkheden, zond haar eenmaal een minnebrief onder Jo's adres. Wat lachten de meisjes toen het geheim uitkwam, niet droomende, dat het kleine postkantoor in vervolg van tijd nog menigen dergelijken brief zou bevatten. "1 Juni.

Zij gevoelde wel, dat daarin de voorteekenen lagen van het kwaad, dat dokter Pelkmans had aangewezen: er heerschte reeds een toon van lichtvaardigheid in; het einde scheen haar uit een minnebrief ontleend te zijn, en met droefheid poogde zij de uitlegging te vinden van het woord /Eudoxie/, dat zij eindelijk aanzag als de vertaling van den voornaam /Siska/. Uit medelijden tot hare dochter zond zij haar tweemaal zooveel geld als deze zou hebben durven verwachten.

Of, Fancy, zijt gij de zon? Zijt gij 't middelpunt der aarde, dat alles aantrekt... Maar, Fancy, dan is elke regendrup een boodschap aan u! Dan is elke bliksemstraal die wegschiet in den grond, een minnebrief aan u!

"Neen Santje! blijf maar; wanneer men een minnebrief te schrijven heeft, dan zal men dralen en peinzen en kladjes maken en vreezen nog, dat stijl en uitdrukking ongenoegzaam zullen zijn om de liefde te schetsen, die men gevoelt, en het hart der beminde te vermurwen; maar wanneer het er op aankomt, zijn naam als eerlijk man te handhaven, dan behoeft men slechts ronde, onbewimpelde waarheid: dan heeft men geen fraaie keus van woorden, geen sieraden noodig.

Veluwsch. Minnebrief van en sniierknecht. Miekelief! 't Hef noe gans en gaor gin fatsoen, da je miin liefde zoa kold en zoa verwierd handelen bliift. Hoe 'k et oak mit oe zuuk te riigen en te plooien, ik kriig er maor nie zoa ak et gaerne ha. Altiids bliift oew hart nog rechtevoort tägen mii as stiif linnen.