United States or Cameroon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Rond middernacht waren ze nog met hun vieren: Geerten, soezerig-zeurend in zijn bevuild en verfrommeld nachthemd een bespottelijke dood onder de half scheef-hangende pijpjesmuts met 't pipsche Fientje, en Frans, levendig opgewekt met rosse Lowis, wier lijf hij genot-vol beroerde wanneer 't gedrang groot was ... Fientje, jaloersch, deed lief tegen pappig-ongevoeligen Geerten, om heur vrijer te tergen ... Samen trokken ze naar de Scala ... Geerten, wat suffend, moeilijk ademend langs den reeds door bier-drinken en sigaren-rooken week-geworden mond van zijn doodshoofd, liet zich meetroonen, betaalde voor Fientje.

Laat eens zien: vandaag is het Dinsdag. Laat ons het op morgen houden. Ze speelt Juliet morgen. Goed. Om acht uur in de Bristol, en ik zal Basil meêtroonen. Acht uur! Maar Harry, als je blieft niet. Half zeven. We moeten er zijn vóór het gordijn opgaat. Je moet haar zien in de eerste acte, als ze Romeo ontmoet. Half zeven?... Wat een uur!

Etienne vertelde van den brief en Théodore bromde en beweerde, dat Paul hem nu zeker van zijn studies zou afhouden en hem wellicht zou meetroonen op reis, maar mevrouw Van Erlevoort was daarentegen zeer verheugd en meende, dat Pauls komst een goede afleiding zou zijn. Heusch, de jongen werkte nu te veel, hij zou ziek worden van dat eeuwige geblok.

Dat was de stem van Moe. Zij stond aan de trap en ik zat mijn huiswerk te maken op de bovenkamer. »Ja, Moe! Wat wil U?» »Dorus, ginds komt Wilde Bob aan. Laat je nu niet door hem van je werk meêtroonen, voordat je het afhebt. Zul je niet?» »Neen, Moe, ik zal eerst mijn werk in orde brengen, dat beloof ik U.» »Goed, mijn jongen.

Daarin wil hij alles redden, wat nog jong, wat nog kind in hem is, daarin wil hij meetroonen naar het sprookjesland allen, wien de kinderziel nog uit de oogen lacht, wien het oude kinderhart nog enkele malen klopt in den boezem, die vaak nog een onbepaald heimwee voelen en met zachten weemoed herdenken de oorden van kinderspel en kinderlust; die niet te trotsch zijn, en ook niet te arm, om een onbezorgden sprookjestocht te ondernemen, en in rijpere dagen gaarne nog eens willen aanschouwen hun prille wonderlanden, thans met een anderen lichtglans overgoten.