United States or Nicaragua ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik liet er geen gras over groeien, dadelijk na 't vertrek van den heer Van Kol, schreef ik zijne vrouw. Was 't instinct, of was 't iets anders, ik weet 't niet; wat ik wèl weet, is, dat ik heelemaal geen gevoel had van mij tegenover een wildvreemde wat 't feitelijk was te bevinden, toen ik met haar sprak; zoo ook hier met haar man. 't Was of zij een moeder voor mij was; zonder voorbehoud stortte ik voor haar mijn gemoed uit. Tegenover haar man, kon ik onbeschroomd vertrouwelijk zijn, me wel verklaren. Hij was zoo eenvoudig, zoo vriendelijk; kwam ons zoo hartelijk tegemoet, was vaderlijk voor ons. Ik ben blij, dat ik de stem van mijn hart gevolgd had en Mevrouw Van Kol dadelijk had geschreven. We kregen een brief van haar terug, dadelijk en o welk een! Wij voelen ons zoo rijk met de sympathie die van haar uitstroomt naar ons. God heeft ons weer een warm vriendenhart geschonken en door dat vriendenhart deed hij ons Hèm zelf vinden. Kon ik je maar zeggen, hoe gelukkig wij zijn! Wij zijn niet jubelend gelukkig om den goeden keer, dien de zaken genomen hebben, maar wij zijn stil, innig gelukkig, dankbaar, en vredig gestemd om hetgeen wij gevonden hebben. Dezer dagen kregen wij weer een brief van Nellie, een, vol mooie, heerlijke, edele gedachten. Er gaat zoo'n stroom van reinheid van haar uit. Het is een Goddelijke genade, dat wij deze reine, superieure vrouw mochten ontmoeten. "Dan zijn wij de rechte menschenvrienden en helpen", zegt ze, "als wij onzen steun niet in de eerste plaats bij de menschen zoeken, maar uitsluitend in ons zelf en bij Vader-God". Daar zijn we Nellie innig, innig, dankbaar voor, meer dankbaar dan voor al het andere, dat zij voor ons deed en doen zal. D

De groote kindersterfte die reeds jaren lang hoofden en gemoederen van vele menschenvrienden heeft bezig gehouden, vindt in die snel elkaar opvolgende geboorten haar voornaamste oorzaak.

Niet veel meer succes hebben de menschenvrienden in andere landen gehad, noch in Pruissen, waar de school in Friedrichslohr in 1837 weder verliep, noch in het zoo dicht bevolkte Engeland, dat zoo weinig plaats voor het wilde Zigeuner-leven schijnt aan te bieden.

Klaartje had nooit tevoren een origineel gezien. Men ging aan tafel, en het eerste, dat Gerrit bemerkte, was dat de schikking der gasten hem allerweinigst aanstond. Dan, hier is het de plaats een meewarig woord van beklag voor u te uiten, edelaardige menschenvrienden, die goed genoeg zijt nu en dan aan uwe vrienden diners te geven!

Krijgshelden, wetgevers, wreedaards en menschenvrienden hebben allen omtrent hetzelfde voorkomen, en onderscheiden zich alleen van elkander door hunne grootte, waarmede de Egyptische kunstenaar meerdere of mindere macht en kracht uitdrukt, en door hun portret." »Doch onder deze portretten," zeide Phanes, het woord nemende, »heb ik zeer voortreffelijke gevonden.

Zij maakten er geen aanspraak op, zeiden zij, om financiers te zijn, of philosophen, of zelfs maar bijzondere menschenvrienden; maar wel meenden zij niet zulke groote gekken te zijn, dat men hun goedschiks kon wijsmaken, dat de helft van een ding gelijk was aan het heele ding of dat een schepel graan in twee schepels kon worden omgezet, door één schepel in twee halve-schepel-maten te doen.

Nog andere menschenvrienden kwamen by lange tusschenpoozen de welsprekendheid van die klok afbreken, en Wouter had ze wel willen kussen. Heel eindelyk schelde de barbier. Ook deze werd uitgenoodigd te wachten tot "m'nheer òp zou zyn." Dat doe-n-ik niet, zei de man. Ik kan al m'n andere klanten niet laten wachten op één van 'n stooter in de week! En hy ging. Wat 'n brutale barbier!

Op zekeren dag hadden Amsterdamsche menschenvrienden een soirée voor ons gearrangeerd in een der schouwburgen, en, op hoog bevel, hadden Hannes en ik, en alle anderen, na de middagsnert onze handen gewasschen en het voornaamste gedeelte van ons gezicht, teneinde »knap« in de comedie te komen. Vier aan vier, in een schier eindelooze stoet, trokken wij de vreugde tegemoet.

Ze speelde Voorzienigheidje. Wat zy eigenlyk met de geleende som uitvoerde, weet ik niet, maar zeker is 't dat de dankbaarheid d. i. de betuiging van die aandoening haar wat druk werd. Ook drongen er zeer veel menschenvrienden toe, die haar ruimer gelegenheid wilden verschaffen tot het voortzetten van haar liefhebbery, dan goudbeursjen en gezond verstand toelieten.

Als u er eenmaal midden in zijt, zult u ervaren: "dan pas zijn wij vrij en sterk en de rechte menschenvrienden en helpers, als wij onzen steun niet uitsluitend of in de eerste plaats zoeken bij de menschen, maar bij ons zelf en bij Vader God. Het stoffelijke moet er óók zijn, u moet geholpen worden, hoe dan ook.