United States or Bermuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu komen ze met de kisting; een lange rij mannen staan op den golfbreker; zij hebben touwen en steenen en zandzakken klaar, om hem te laten zakken en vast te leggen; zij staan klaar en wachten en luisteren. Waar is de bevelhebber? Waar is de stem, die gebiedt en regelt? Neen, Gösta Berling houdt jacht op de meermin. Zijn stem wordt niet gehoord; zijne bevelen leiden 't werk niet.

Hij voelt, dat die starende oogen trekken en lokken, hoewel hij haar gezicht niet onderscheiden kan; hij denkt aan niets anders dan aan haar, die daar aan den oever bij de witte golven zit. "'t Is de meermin uit het Löfvenmeer, die hierheen de beek op is gekomen, om mij in 't ongeluk te lokken," denkt hij, "Zij zit daar en lokt en lokt; ik moet haar wegjagen."

Zij stapten af in de Meermin, afspanning, die van verre kennelijk was door de gouden meermin, die, als windwijzer, bovenop den trappengevel stond. De beide wandelaars brachten hunne ezelen op stal, en Uilenspiegel bestelde brood, bier en kaas voor hun avondmaal. De weerd grijnslachte bij het opdienen van dien schamelen maaltijd.

Hij zal zien dat als er onrust op de aarde is, de vrede van de doode dingen verstoord wordt. Het volk weet dat wel. In zulke tijden dooft de booze boschnimf het vuur in de kolenbranderij, slaat de meermin de booten stuk, zendt de stroomgeest ziekten uit en laat de kabouter de koeien verhongeren. En zoo ging het dit jaar. Nooit had de overstrooming in de lente zóóveel schade aangericht.

In de groote kerk te Edam op een der beschilderde glazen achter den preekstoel is een meermin afgebeeld; terwijl de Purmerpoort aldaar een konterfeitsel vertoonde van het "groene wijf", met dit bijschrift: Dit beeld hier opgericht tot een gedachtenis Wat in het Purmer-meyr voorheen gevangen is. Anno 1403.

Het is wel mogelijk, dat Megasthenes en Aelianus den Doejong bedoelen, als zij wezens beschrijven, die in den Indischen oceaan leven en op vrouwen gelijken; het lijdt geen twijfel, dat de "Meermin", die door den Portugeeschen arts Bosquez ontleed werd, of de "Meermannen" en "Meerwijven" waarvan de Hollandsche schrijver Valentijn uitvoerige verhalen doet, onzen Doejong waren; al deze beschrijvingen zijn echter zoo onnauwkeurig, dat zij onze bekendheid met dit dier niet konden uitbreiden.

Wellicht wijst op dit volksgeloof de naam van een bosch in de nabijheid van O.L. Vrouw-Waver, nl. "de Meermin"; zie Volkskunde XXII, bl. 68. Volgens een oude overlevering zou ook Muiden eens met een meermin hebben kennis gemaakt, die, uit de Zuiderzee opgedoken, dezen vloek over de stad zou hebben uitgesproken: Muden sal Muden bliven Muden en sal noit bekliven.

Bij het invaren van de haven, zag ik tegen den muur van het Fort St. Jan, een gedaante zeer ruw uitgehouwen, verbeeldende een meermin; het volk noemt deze beeldtenis Marseille, waarom weet ik niet.

In 't Löfvenmeer er mee! En dan opnieuw op den wankelenden, hulpeloozen, steenen dam aan. Maar Gösta Berling houdt jacht op de meermin. Zij zag hem aankomen met de bootshaak. Zij werd bang. 't Scheen wel of zij in 't water wilde springen; maar zij bedenkt zich en springt aan land. "Meermin!" roept Gösta, en zwaait de bootshaak over haar hoofd.

Naar het schijnt, wordt onze Meermin in alle deelen van den Indischen Oceaan en van de hiermede samenhangende zeeën gevangen. In de Chineesche Zuidzee, in de Soeloe, Banda- en Soendazee komt zij op de voor haar geschikte plaatsen overal, op sommige plaatsen zelfs veelvuldig voor; noordwaarts treft men haar tot ongeveer halverwege de lengte van de Roode Zee aan. Hier is zij een zeer welbekend dier.