United States or Saint Martin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Om in dien gordel alles te kunnen bewaren, waarvoor hij dienen moet, wordt hij van binnen voorzien van stevige leeren zakken, en zoo ziet men dikwijls iemand, die den indruk geeft van een reizenden marskramer, terwijl hij eenvoudig den inhoud van zijn zak, pistolen, spiegeltjes, doozen en aan kettinkjes bengelende voorwerpen, om zijn middel draagt.

Wij kunnen ons gemakkelijk een voorstelling maken van de wijze, waarop deze zoetsappige verhalen ontvangen werden door den ruwen ezeldrijver, den eenvoudigen soldaat en den marskramer. De kritiek van zulke menschen is niet slechts ruw, zij is vernietigend.

Op zekeren dag, zoo verhaalt Mickiewicz, vindt hij een ouden marskramer, die een aantal liederen van buiten kent; hij neemt den man mede naar zijn huis, geeft hem te drinken, en beweegt hem zoo doende al zijn liederen, een voor een, op te zeggen, terwijl hij zo middelerwijl opschrijft, en de verminkte regels weer in hun oorspronkelijke zuiverheid herstelt.

De Heer zeide niets, maar den volgenden dag werd Heynsz voor het gerecht geroepen, en gevraagd, waar hij die beurs vandaan had, welke, gelijk van achteren bleek, te Lyon aan gezegden Edelman ontstolen was. Onze schilder, niet durvende bekennen, dat hij die van Cartouche ontvangen had, verklaarde stoutweg, dat hij die van een reizenden marskramer gekocht had.

»Begraaf je dan in het stroo," klonk nu de stem van den jongen marskramer, dien ze Thomas hadden hooren noemen. »Je moet wel pas in de wereld komen kijken om over zóó iets te brommen. Hoe zou het je bevallen, om in den nachtvorst op een slagveld te liggen, zoo als ik eens, spiernaakt, met niets om mij warm te houden dan het lijk van een kerel, dien ik den hoek had omgeholpen." »Afschuwelijk!

Op een dag trad een marskramer de zaal binnen. Hij was gehuld in vellen van uitheemsche dieren, en men zag aan zijn voorkomen, zijn kleeding, de waar, die hij te koop bood, dat hij een langen tocht had gemaakt.

Zoo verplaatst ons dan het vierde bedrijf, dat zestien jaar later speelt, op een herdersfeest, waarin met het herdersvolkje de bekoorlijke vondelinge, een koningszoon, een koning met een getrouwen hoveling, en een vermakelijke schavuit, die landlooper en beurzensnijder is, optreden; de laatste draagt den naam van een zoon van Mercurius, den god der dieven, en vent als marskramer gedrukte liedjes uit, zooals dit in Shakespeare's tijd gebruikelijk was.

Toe zeit hij: "in naam des Konings zijt gij mijn arrestant, want ge zijt niet de baron v. T. v. S., maar Racier, de vroegere doofstomme marskramer," 't welk doende hij zijn rooje sjerp vertoonde an mijn.

Gelooft u, dat het een marskramer onmogelijk zou zijn, voor een nacht herberg op Crayenstein te vinden?" "Dus je zoudt als marskramer naar Dordrecht willen gaan?" riep de Heer van Heukelom uit, terwijl hij Fulco met bewondering aanzag. "Ja, Heer. Een marskramer is altoos op elk kasteel nog welkom geweest, althans als zijne mars goed voorzien was.

Die Mizra is de zoon van mijn' vijand, en die vijand is de toovenaar Kaschnur, en Kaschnur heeft mij eens gezegd: 'Kalif, denk er om, ik zal je nog ongelukkig maken! Natuurlijk heeft hij met opzet dien marskramer naar mij toegezonden, om te maken, dat ik dat doosje met snuif kreeg. O, 't is verschrikkelijk! Laat ons gauw wegvliegen: ik kan niet zien, dat die Mizra nu Kalif is in mijne plaats."