United States or Nicaragua ? Vote for the TOP Country of the Week !


Moge het den dokter gelukken, uw voet spoedig te genezen! Dat willen we hopen! Maar zeg eens, Küfedschi, hoe heet die beroemde dokter? Zijn naam is Tschefatasch. O hemel, wanneer zijn kennis verband houdt met zijn naam, dan dank ik voor zijn hulp! Tschefatasch beduidt namelijk, Steen der martelaren! Gij behoeft niet bevreesd te zijn! troostte mij de mandenmaker.

Neen, alleen zoo af en toe, bevestigde de mandenmaker, maar als ik u tot gids mag strekken, beloof ik u, u den weg zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Kent gij den omtrek hier? Zeer nauwkeurig. Ik zal u nu toch tot gids dienen, en dan is het mij volkomen hetzelfde of wij naar Taschköj of naar Karbinzy gaan. De afstand is vrijwel dezelfde.

De mandenmaker gaf ons ieder de hand en zeide: Heer ik herhaal het, dat het mij hoogst aangenaam wezen zou, als ik u een dienst bewijzen kon. Is dat niet mogelijk? Ja, ik zou u zelfs wel gaarne om een dienst willen verzoeken. En dat is? Mij naar Taschköj te brengen! Gaarne! zeer gaarne! Wanneer, Heer? Dat weet ik nog niet. Kom morgen vroeg naar Radowitsch, dáár zal ik 't u zeggen!

Toen ik hem duidelijk wilde maken dat ik hem, niet hij mij dank verschuldigd was, liep hij de deur uit, en wenschte mij, vóór hij die sloot, een recht gelukkige reis. Toen de mandenmaker weer terug kwam, zouden we opbreken, en ik vroeg den waard naar het bedrag onzer rekening. Gij zijt mij niets meer schuldig, Effendi! antwoordde hij. Maar wij moeten u toch betalen! Er is reeds betaald.

Men herinnert zich natuurlijk die plekjes het best, waar men iets heeft ondervonden of beleefd, en dat was hier niet het geval. De mandenmaker voerde ons door onbegroeide streken, die niet de minste landelijke bekoorlijkheid hadden. In Karbinzy, een dorp op den linkeroever der Bregalnitza, hielden wij halt, en namen afscheid van hem.

Was ik thuis gebleven, dan had ik naar Radowitsch kunnen gaan om een paar manden te verkoopen. Daarvan hadden we dan tenminste voedsel kunnen koopen! Troost u! zeide zijn vader. Ik heb van dezen Scheriff, die helaas geen Scheriff is, vijf piasters gekregen. Gij kunt naar Radowitsch gaan, en brood koopen. Heer, ik dank u! zei de mandenmaker.

Onder ons gesprek waren de kinderen van den mandenmaker terug gekomen, beladen met de teenen die zij hadden gesneden. Hebt gij honger, klein volkje? vroeg hij. De grooteren knikten, de kleinste begon echter te schreien. Dat gaat in Turkije al precies als bij ons. Wanneer men zoo'n kindje van twee jaar naar zijn eetlust vraagt, komen er dadelijk waterlanders.

De mandenmaker bood aan, den dokter te gaan halen, wat ik gaarne aannam. Hij was juist de deur uitgegaan toen een gast binnentrad. Ik zat met den rug naar de deur en keerde mij half om, om naar den man te zien. Het was niemand anders dan.... de Bokadschi Toma, de boodschapper die ons aan de beide schavuiten had verraden.

Dat was een leugen! Dat heb ik later ook gemerkt. En waar ligt dat Taschköj? De naam beduidt rots- of steendorp, en daarom vermoedde ik dat dit plaatsje wel boven in de bergen zou liggen. De mandenmaker antwoordde: Het ligt bijna juist ten noorden van hier. Er is zelfs geen weg van Radowitsch daarheen, en men moet al heel goed bekend zijn in het bosch en in de bergen, om niet te verdwalen.

Dat de mandenmaker geen paard had, was wel een bewijs dat hij zeer, zeer arm was. In weerwil van de kleine som, bereidde ik daarmede den man groote vreugde. Het verlies dat de brave man geleden had, was daarmede ruimschoots vergoed en mij maakte het niet armer, want ik betaalde met het geld dergenen die het paard hadden gestolen.