United States or Greenland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vandaag herkende ik hem reeds in de verte, en, Malluch, hij kent en bewaart het geheim, waarvoor ik mijn leven zou willen geven. Hij weet óf zij leven, en waar, en hoe. En zijn zij gestorven, hij weet waar hare beenderen rusten. En zou hij het niet willen zeggen? Neen. Waarom niet? Ik ben een Jood, en hij is een Romein.

Malluch dacht dat hij zich aan zou melden, en voelde zich werkelijk verlicht, toen de jonkman zich tot hem keerde met de vraag: Waar nu heen? Malluch antwoordde lachend: Indien gij als anderen wilt doen, die het Park voor de eerste maal bezoeken, dan laat u vóór alle dingen waarzeggen. Waarzeggen? Dat klinkt wel wat heidensch; maar 't zij zoo. Laat ons naar de godin gaan.

Nog iets, Malluch, wanneer zullen de wedrennen gehouden worden? Laat eens zien. Morgen ... neen, overmorgen, als ten minste, om op zijn Romeinsch te spreken, de zeegoden hem goedgunstig zijn, komt de consul. Ja, op den zesden dag na dezen beginnen de feesten. De tijd is kort, Malluch, maar voldoende. Bij de profeten van Israël! Ik zal weder naar de teugels grijpen. Maar wacht!

De Sheik kwam in hooger beroep bij den keizer; maar deze gaf een antwoord, waar niemand wijs uit kon worden. De oude man heeft zich dat sterk aangetrokken en wacht slechts op een gelegenheid om zich te wreken. Hij kan toch niets doen, Malluch. Dat is te zeggen.... Maar zie, de gastvrijheid begint reeds. De kinderen spreken u aan.

De twee vrienden reden door totdat zij aan een meer kwamen, helder, diep en effen, dat door het vloedwater der rivier onderhouden werd. Een oude palmboom beheerschte den inham. Bij dien palm sloegen zij links om en riep Malluch op vroolijken toon: Het Palmbosch! Het Palmbosch!

Esther kan getuigen, dat ik u terstond herkende. Dat ik u niet aan uw lot overliet, daarvan is Malluch het bewijs. Malluch! riep Ben-Hur. Die aan zijn stoel gebonden is moet vele en vèrreikende handen hebben. Zoo heb ik er verscheidene en Malluch is een van de beste. Soms ook roep ik de hulp in van goede vrienden, zooals Sheik Ilderim den edelmoedige.

Na met een handdruk de afspraak bezegeld te hebben zeide Ben-Hur: Datgene waarmede ik u belasten zal, is niet moeilijk, goede vriend, en zal uw geweten niet bezwaren. Laat ons nu verder gaan. Een poosje later begon hij weer: Kent gij Sheik Ilderim? Ja. Waar is dat Palmbosch? of liever: hoever is dat van hier? Malluch aarzelde een oogenblik. Hij dacht aan het geschenk der schoone vreemdelinge.

Die woorden, Malluch, roepen mijne jeugd in mijne herinnering terug, en bewijzen dat gij een echte Jood zijt. Ik geloof dat ik u vertrouwen kan. Hij liet Malluchs arm los en drukte de hand op zijn hart, alsof hij pijn gevoelde. Mijn vader, zeide hij, was een man van aanzien, met eere bekend in Jeruzalem, waar hij woonde. Mijne moeder was bij zijn dood in de kracht van haar leven.

Hoe bedoelt gij dat? vraagde Malluch. Wel, gij weet dat wij voor ons spreken en handelen, vooral bij gewichtige aangelegenheden, een beweegreden hebben. Wat hebt gij te dien opzichte bij hem opgemerkt? Daarop, meester Simonides, kan ik met zekerheid antwoorden. Hij wil zijne moeder en zuster opsporen, dat allereerst.

Honger en dorst zouden de ongelukkigen derwaarts drijven, en zij geloofde zeker haar op het eerste gezicht te zullen herkennen; zoo niet, dan zouden zij het haar doen. Intusschen kwam Ben-Hur thuis en had veel met haar te bespreken. Morgen zou Malluch komen, dan zouden zij terstond met het onderzoek beginnen. Hij verlangde er vurig naar.