United States or Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Het is goed " antwoordde de koning, "ik kies mijn neef Macedone, met hem wil ik sterven en leven." De koning reed heen, en vertelde Macedone, wat Galiëne had geëischt. Deze was zeer verheugd, immers hij was een moedig en jong ridder. Zij wachtten, tot Galiëne haar kampioen had gevonden.

"Heer ge bedrijft kwaad," zeide hij met ontroerde stem, "dat gij deze vrouw, die u niet mint, met geweld wilt nemen. Laat haar met vrede, dan doet gij wel. Keer weder in uw land." Galarant riep schamper uit: "Ridder, wat wilt ge van ons? Rijd heen, zoover u uw paard kan dragen, of ik zal u met mijn zwaard doorsteken." Macedone was een driftig man.

Doch Ferguut bleef in den zadel, en glimlachte om de booze woorden, die zijn vijanden riepen. Zag niet Galiëne naar hem? Wat deerde hem pijn? Hij mocht haar beschutten. Op Macedone keerde hij zijn volle kracht, en met zijn lans stiet hij hem van zijn paard. Dood bleef de ridder liggen. De koning greep naar zijn zwaard, toen hij Macedone zag vallen.

Daarna reed Lunette naar 's konings hof. In de zaal zat de koning eenzaam, want zijne ridderen waren er niet. "Heer " zeide 't meisje "is hier eenig heer, die met mij zou willen rijden ten Rikenstene, waar mijn meesteres belegerd wordt door een koning, alleen omdat hij haar tot vrouw begeert? Thans zoekt zij een kampioen, die met hèm zal strijden en met Macedone, zijn neef, een moedig ridder."

Galarant, Ferguut's vijand, koning, die Galiëne's stad belegert. Macedone, diens neef en kampioen. Lokefeer, een reus, vijand van Ferguut. Barlebaen, een booze geest, zwart als een duivel. Vijand van Ferguut. Roovers. Een nar. Ferguut's paard, dat hij Lokefeer ontnam, heet Pennevare. Ferguut trekt op avonturen uit Het was in den Pinkstertijd, en het blijde zonlicht was overal.

"Als gij haar kampioen wilt zijn, laat ons strijden." "Dit zal geschieden," beloofde Ferguut. Zij zetten hun paarden aan, Macedone en de koning te eener zijde, Ferguut te anderer. Zij hieuwen tezamen op den ridder in, die het witte schild droeg, zóó krachtig, dat hem wel achthonderd ringen uit zijn pantser braken.