United States or Zambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Hoe nu! weer vechten?" riep de waardin: "wij zullen vechterijen genoeg hebben als de oorlog uitberst. Hou uw gemak, of ik zet u de deur uit, zoowaar ik Maaike Jaspersz heet." "Hij zou niets liever verlangen," zeide Daamke, lachende, "hij heeft evenveel trek om te blijven als een verzadigde muis, die in de val zit."

Maar zeker is het, dat in soortgelijke ja ik durf zeggen in alle omstandigheden van gewicht, de vrouw een inzicht in de toekomst heeft, waarvan zij zelden volkomen rekenschap kan geven, doch dat nimmer faalt: een door alles heen dringenden blik, die den man ontbreekt. En ook deze reis bleek het, dat Maaike zich in haar voorgevoel niet bedrogen had.

"Zoo!" zeide de kasteleines, de onderlip vooruitstekende, en Madzy met een verwonderd gelaat aanziende: "is die deerne te grootsch om aan den gemeenen haard te zitten, waar ik de knapste vrouwlui uit den omtrek, ja zelfs deftige poortersvrouwen uit Utrecht en Grouda heb ontvangen: en waar nooit anders dan bescheiden volk wordt toegelaten; en denkt gij dat de herberg van Maaike Jaspersz een klooster of een bijenkorf is, waar ieder zijn eigen celletje heeft?"

Grietje en Adriaan waren gestorven en nu wenschte Cornelis met Maaike te trouwen. Mocht dat? Het gevoelen was, dat hier de affiniteit, de zwagerschap, ver genoeg was, om het toe te staan, maar dat de eerbaarheid, het fatsoen er toch tegen opkwamen.

"Welk een zeggingskracht! welk eene keus van woorden!" vervolgt De Wees, in verrukking: "en hoe weet de man voor elke rei telkens eene nieuwe maat te vinden, altijd aan het onderwerp zoo eigenaardig gepast. Zie, Maaike! nog wordt de man niet op prijs gesteld, gelijk hij verdiende."

Tot deze groep reken ik ook het huwelijk tusschen den man en de vrouw van den broeder der overleden huisvrouw, zijne schoonzuster dus ook, maar verder af. De overheid liet dat soms toe, zooals bij een geval te Gouda in 1601. Daar was Cornelis Cornelisz. getrouwd geweest met Grietje Anteunisdr., Adriaan Anteunisz. haar broeder, met Maaike Adriaansdr.

"Dat is tot daar aan toe," viel haar Maaike Jaspersz in de rede: "een meid uit een ordentelijke herberg behoeft de jonge knapen niet in de oogen te kijken.... laat zien: de bedsteden zijn bezet; maar er zal nog wel een ledig hoekje zijn om een stroozak te leggen." "Wat beduidt al dat gehaspel?" vroeg vader Syard vertoornd: "gij wilt mijn nicht toch niet in uw groote kamer plaatsen?

"Heel mooi, heel mooi," zegt Maaike, wier gelaat intusschen zoozeer geen bewondering als toenemende onrust teekent: "maar die "Luipaerdinne," daar zal waarschijnlijk Koningin Elizabeth mee bedoeld worden?"

"Is er nog iets van uw dienst, Kapitein?" vroeg de roover, zoodra zij vertrokken waren, den vreemdeling beleefd naderende. Deze vergenoegde zich met van neen te schudden. "Indien gij mijn diensten noodig mocht hebben," vervolgde hij: "mijn adres is altijd te bevragen bij Maaike Katers, in den Duivelshoek, te Amsterdam."

"Ik kan er niet mee schertsen," herneemt Maaike: "je weet beter dan ik, dat de Heeren Staten zich aan dien bondgenoot niet het minst gelegen laten liggen en alles doen wat zij maar kunnen om dien Cromwell en zijne Puriteinen te vriend te houden: wat schande genoeg is."