United States or Oman ? Vote for the TOP Country of the Week !


Verlokt door de schitterende aanbiedingen, die hij deed, nam hij uit Spanje, behalve vier zijner broeders, nog een groot aantal mannen mede, die onder zulk een' Aanvoerder het wel eens wagen wilden een land vol goud en zilver te veroveren. Almagro en De Luque waren met de tijdingen, die Pizarro medebracht, niet zeer ingenomen. Zij handelden immers in gemeenschap?

Er ontstond tusschen Pizarro en Almagro een hevige twist, die nog hooger liep toen de vier broeders van Pizarro er zich in mengden, en reeds bestond het gevaar, dat de heele onderneming in duigen vallen zou, toen De Luque en De Espinosa, die beiden reeds zulke groote sommen voorgeschoten hadden, de zaak wisten bij te leggen, door Pizarro over te halen, afstand te doen van zijne benoeming tot Opperbevelhebber of Adelantado.

De Luque zou Bisschop van Toembez worden, doch alle benoemingen, zoo van Officieren als Ambtenaren, zou een recht zijn, dat alleen aan het Stadhouderschap verbonden was. Aan dit laatste voordeel was het bezwaar verbonden, dat Pizarro al de kosten voor zijne eigen rekening zou nemen.

Waar De Luque met de twee avonturiers een verbond aanging, meende De Espinosa voldoende waarborg te hebben voor de twintigduizend onsen goud, die hij in deze onderneming stak.

Het schip van De los Rios vond Pizarro met de zijnen in een' ellendigen toestand, doch Pizarro was niet te bewegen om naar Panama terug te keeren, en toen Almagro en De Luque hem eindelijk eenige versterking en levensmiddelen zonden, besloot hij den tocht voort te zetten. Zijne volharding werd met den meest begeerden uitslag bekroond, want eindelijk kwam hij op de kust van Peru aan.

Vertrouwde men De Luque en De Espinosa al, Almagro vertrouwde men niet, en nog veel minder vertrouwde men Pizarro met zijne vier broeders, zoodat de verbondenen zich ten slotte moesten tevreden stellen met drie scheepjes, honderddrieëntachtig mannen, waaronder, tot Pizarro's geluk, nog vijfentwintig ruiters waren, eenige musketten en een paar kanonnen.

Het leeuwendeel van dat goud was natuurlijk voor Koning Karel, Pizarro, Almagro, De Luque, De Espinosa en de Bevelhebbers, doch dat nam niet weg, dat zelfs de minste lansknecht door zijn deel een rijk man werd. Velen verbrasten den gemakkelijk verkregen schat, doch enkelen wilden nu terug. Pizarro hield deze laatsten niet tegen en gaf hun gaarne verlof.

Hun tocht was evenwel zeer rampspoedig, en bijna een jaar later kwamen ze onverrichter zake terug, zonder evenwel den moed opgegeven te hebben. Een rijk man Gaspar De Espinosa, die te Santa-Maria of daar ergens in den omtrek woonde, liet zich door Hernando De Luque, een' Priester, overhalen om geld voor de werving en het bouwen van twee schepen voor te schieten.