United States or Solomon Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Voor zoo ver we hen begrepen, wilden ze nu tot na Kerstmis rustig in Ogchoktu blijven. Zeker verleende onze tegenwoordigheid aan de plaats een groote bekoring. Een groot aantal van de Eskimo's bedelde dadelijk om eten. Er waren lieden onder, die voor zich en de hunnen meer dan genoeg wintervoorraad hadden, maar anderen hadden weinig, deels uit ongeluk, deels uit luiheid.

De weinige behoeften in dit warme klimaat, de overvloed van levensmiddelen, welke in deze streken, waar de sagoboom inheemsch is, op de gemakkelijkste wijze door dezen boom wordt geleverd, leidden tot eene luiheid, waarvan men in Europa geen denkbeeld heeft. Voor eenigen geregelden, zelfs lichten arbeid waren deze menschen voorloopig nog zeer ongeschikt.

Zoo vind ik nog in mijn dagboek: "Reeds vijf dagen zoekt Mainaky, inwoner van de kampong Tobelo en handelaar, een prauw en drie mannen om hem naar Morotai te brengen. Ieder weigert uit luiheid."

Ik bleef eenige dagen in Vangath, en er was daarbij een zekere luiheid in mij, die mij weerhield, mij te verwijderen van die bergen, welker bekoring zeker altijd ieder zal bijblijven, die eens het gras ervan betreden heeft en de zuivere en lichte lucht heeft ingeademd.

't Is geen luiheid of onmatigheid, die van mij gemaakt hebben wat ik ben. Ik heb brandewijn gedronken, maar alleen uit ellende. Ik houd er niet van, maar men wordt er bedwelmd door en vergeet zijn toestand. Toen ik gelukkiger was, behoefde men maar in mijn kleerkast te zien om te weten dat ik geen behaagzuchtige, onordelijke vrouw was. Ik had linnen, veel linnen.

Misschien wel; doch wie haar zag en haar niet geleek, zou gezegd hebben, dat de luiheid haar belette de oogen gansch te openen.

Men behoeft maar een of twee sowjet-bureaux gezien te hebben om te weten dat wáár is, wat »iedereen« over het uiterst sloome arbeidstempo in deze broeiplaatsen van luiheid weet te vertellen. Er is tijd te veel en werk te weinig; ook vaak een bedroevend gebrek aan hart voor het werk, aan toewijding en gemeenschapszin.

Ik heb heel veel behoefte aan je sympathie, maar ik verplaats me moeilijk. Als ik eenmaal zit, dan zit ik en dan denk ik of ik denk niet, maar tot opstaan kom ik dan niet gauw ... Dat is een schandelijke luie levensopvatting! Het is de mijne! Je houdt immers van me: vergeef je me die luiheid dan ook niet? Vooral als ik beloof morgen te zullen komen? Hij was ingepalmd. Nu goed! sprak hij lachend.

En terwijl de vroegeren het heil der menschen zochten, begeeren zij tegenwoordig de vrouwen en het geld en zij hebben er al hun zinnen op gezet en zetten die er op met spektakel en hun bangmakerij de geesten der dwazen te ontstellen en voor te geven, dat zij met aalmoezen en missen hun zonden kunnen uitwisschen, opdat hun, die uit luiheid en niet uit vroomheid monnik worden en om niet te werken, deze brood geve, gene wijn verschaft en een ander zielemissen voor zijn voorvaderen betaalt.

En het leder der voetenzakken barst, de banden springen van de wielen, wielspaken en naaf vermolmen. De oude voertuigen geven niet meer om het leven. Zij willen sterven. 't Stof ligt over hen als een lijkwade en zij laten onder die bedekking den ouderdom steeds meer macht over hen krijgen. In hardnekkige luiheid laten ze zich vervallen. Niemand raakt hen aan en toch vallen zij aan stukken.