United States or Turkmenistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het meisje met haar jonge liefde was ook zoo schoon in de blanke zomerdagen toen hij haar voor 't eerst had gezien, hij had zoo gaarne haar boodschap gebracht, fluitend den ganschen weg, en Rogier had hem zoo ernstig gevraagd haar te halen. Dan, in de stad, zag hij Lugina terug, de sluwe grijsaard in zijn fraaien mantel, die hem geld gaf om zijn vijand te dooden.

En middelerwijl zou hij een boodschapper naar Lugina zenden om hem te vragen vrienden te worden. Hij zwoer haar dat hij nog voor den zomer voorbij was weêr bij haar zou zijn; hij zou een rijk loon krijgen voor wat hij in den oorlog had gedaan, Mevena zou dan gelukkiger zijn in een grooter slot dan Siremonte.

Twee uren nadat de minnaars in de stad waren teruggekeerd, in den klaren morgen, droegen eenige landlieden ter noorderpoort het lijk van een jonkman in, dat zij met doorgesneden hals hadden gevonden in een boschje tusschen het natte struikgewas. "Ach!" zeide Tamalone, die bij het groepje bukte om te zien wat er was; "het is de jongste zoon van heer Gian Lugina, die uit Bologna komt."

Hij liep naar het huis van Lugina, die in zijn gestreepten mantel voor de deur stond te wachten en hem omarmde toen hij hem zag. Zij bleven geruimen tijd binnen alleen waar geen dienaar hen hoorde; bij 't afscheid nemen spraken zij weinig woorden, doch drukten elkander langdurig de hand. De zon was in wolken ondergegaan en in den avond, dof als floers, waarde er gestadig mistige regen.

Drie soldaten plaatste hij aan de deur en geleidde later Lugina de zaal in, een groot man in het paarsch gekleed, met spitsen baard en gefronste wenkbrauwen. Rogier groette vriendelijk.

Hij bleef staan om naar de sporen van paardenhoeven te zien, die van den weg af door 't struikgewas leidden; voorzichtig sloop hij door de dorre bladeren, maar stemmen hoorend wachtte hij weêr; dan, tusschen twee dunne boomstammetjes ziende ontdekte hij krijgslieden op den grond en herkende het gezicht van Lugina bij hen. Door de bladeren scheen de zon met bleeken glans.

Mevena's vader schudde hem de hand in vriendschappelijke opgetogenheid, hij had hem lang gezocht, zeide hij. Maar daar de monnik er zeer vermoeid uitzag zou hij hem nu verlaten en hem morgen vroeg verwachten; Lugina klopte hem vertrouwelijk op den schouder en ging heen.

Rogier staarde met halfgeloken oogen in het licht; hij hoorde de klokken wel klinken hoog in de lucht, en de zangerige stemmen der klerken; en hij zag Lugina in zijn paarschen mantel te midden der flambouwen, waarvan de walm met den wierookgeur in de warmte boven de menschen dreef; en hij zag de zonderling donkere blikken op hem gericht; maar turend over de beweging naar het witte huis met de torens aan den overkant, dacht hij aldoor aan den diepen ernstigen glans van vrouwenoogen.

Carolus stond in zijn stalen harnas al in de galerij aan den ingang. "Goeden morgen, Carlo. Ziet gij dat groote huis met die torens en vier ramen?" "Dat dáár?" vroeg Carolus, en terwijl hij wees ving de groote robijn in den bisschopsring aan zijn voorvinger een gloeiende flonkering. "Ja, daar woont messer Lugina; zorg dat daar vooral de mannen geen kwaad doen." En hij ging naar binnen.

Het werd al nazomer; westelijk achter de gulden torens en de masten der scheepjes in het water verkleurde des avonds de zon in velerlei schoonheid. De monnik waarde nog dagelijks behoedzaam rond om na te vragen of Lugina de stad al verlaten had. Simon en Josse zaten bij 't licht van hun lampje alleen bij elkander. Het was al Sint Michiel geweest.