United States or American Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Lucy was van nature schrander; haar opmerkingen waren dikwijls juist en vermakelijk, en als gezelschap voor een half uurtje vond Elinor haar soms niet onaangenaam; doch haar vermogens waren niet ontwikkeld door opvoeding; zij was onwetend, had niets gelezen, en haar gemis van alle geestelijke vorming, haar onkunde in de meest alledaagsche zaken konden niet voor Elinor verborgen blijven, ondanks Lucy's onvermoeide pogingen om zich van haar beste zijde te laten kennen.

Geloof maar wat ik je zeg, als we tijd van leven hebben, dan kom ik logeeren in de pastorie te Delaford vóór de maand September achter den rug is, en als Lucy er niet is, dan zie je mij er niet, dat begrijp je." Elinor was het volkomen met haar eens, het was niet waarschijnlijk, dat zij langer zouden wachten.

Zij vond iets grappigs in de opmerking, dat al haar vrienden haar volstrekt naar Delaford wilden zenden, een plaats waar zij nu wel het allerminst zou wenschen te wonen, of zelfs een bezoek te brengen; want niet alleen werd het door haar broeder en Mevrouw Jennings als haar toekomstig tehuis beschouwd; maar zelfs Lucy drong er bij het afscheid op aan, dat zij haar daar toch eens moest opzoeken.

"U zult het misschien een vreemde vraag vinden," zei Lucy, toen zij op zekeren dag samen van het Park naar Barton Cottage wandelden, "maar kent u persoonlijk uw schoonzuster's mama, Mevrouw Ferrars?" Elinor vond die vraag zeer vreemd, en de uitdrukking van haar gelaat gaf dit duidelijk te kennen, terwijl zij antwoordde, dat zij Mevrouw Ferrars nooit had ontmoet.

"Weet je ook, waar ze vandaan kwamen?" "Ze kwamen zóó uit Londen, zei Juffrouw Lucy, Mevrouw Ferrars, bedoel ik." "En gingen ze verder naar 't Westen?" "Ja, Mevrouw; maar niet voor lang. Ze zouden gauw terugkomen, en dan kwamen ze u stellig opzoeken." Mevrouw Dashwood zag hare dochter aan; maar Elinor begreep wel, dat ze hen niet behoefde te verwachten.

Zij werd echter verdreven, niet zoozeer door haar eigen rustig nadenken, als door de minzaamheid van Lucy, die meende, dat zij Elinor bitter teleurstelde, toen zij haar kwam vertellen, dat Edward Dinsdag in géén geval zou kunnen komen; en zelfs hoopte haar nog dieper te grieven, door het zoo voor te stellen, alsof hij zich gedrongen zag, weg te blijven met het oog op zijn vurige genegenheid, die hij niet zou kunnen verbergen, wanneer zij samen in gezelschap waren.

De vijf andere dames zouden nu hun kaarten ter hand nemen. "Misschien," ging Elinor voort, "zou ik, wanneer ik toevallig mocht uitvallen, juffrouw Lucy wel kunnen helpen; want er is nog zooveel aan het mandje te doen, dat zij, wanneer ze het alleen zou ondernemen, 't onmogelijk van avond zou kunnen afkrijgen. Ik vind het prettig werk; als zij mij wil toestaan, eraan mee te doen?"

Ik voelde, dat ik je bewonderde; maar ik zeide tot mijzelf, dat het enkel vriendschap was, en totdat ik vergelijkingen begon te maken tusschen jou en Lucy, wist ik niet, hoever het reeds met mij was gekomen.

"Wel, Lucy, gij mijne vrouw nu. Gij maalt dit koren en bakt mijn avondeten, hoort ge?" "Ik ben uwe vrouw niet en wil het niet wezen," zeide Lucy, met den plotseling ontvlammenden moed der wanhoop. "Loop heen!" "Dan zal ik je schoppen," zeide Sambo dreigend zijnen voet oplichtende. "Gij moogt mij doodslaan als gij wilt hoe eer hoe beter. Ik wenschte dat ik dood was," zeide zij.

Lucy was de eerste die sprak. "Ik twijfel er hoegenaamd niet aan," zei ze, "of u zult dit geheim trouw bewaren; omdat u wel zult begrijpen van hoeveel belang het voor ons is, dat het zijn moeder niet ter oore komt; want zij zou het stellig wel niet goedkeuren. Ik heb geen geld te wachten, en ik geloof dat zij verschrikkelijk trotsch is."