United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tegen het einde van April begint de baldertijd van den Goudlakenschen Fazant; deze laat nu vaker dan gewoonlijk zijn sissende lokstem hooren, beweegt zich meer dan vroeger, is zeer strijdlustig en schept behagen in het aannemen van een sierlijke houding, waarbij hij den kop benedenwaarts buigt, den kraag hoog opzet, de vleugels uitspreidt, den staart opheft en op zeer bevallige wijze allerlei wendingen en draaiingen maakt.

Zijn lokstem hoort men in Opper-Egypte reeds, zoodra men den laatsten dam overschrijdt, die het aan den stroom ontleende, vruchtbaar makende water tegen het naar vocht verlangende zand beschermt; hij is het, die in de verhevene tempelzalen heerscht als een Isis-priester, die uit den ouden tijd is achtergebleven en een gedaanteverwisseling ondergaan geeft; hem ontmoet men ook als een volslagen huisvogel in de tent van de bruine nomaden.

Hun lokstem is een fluitend geluid, dat als "bsiuub" of "bielieb", maar ook een zachte toon, die als "sieb sieb" klinkt; het waarschuwingssein is een scherp uitgestooten "srie", het paringsgeluid een gerekt "tsierr". Hun gezang gelijkt op dat van den Witten Kwikstaart.

Zijn lokstem is een smakkend geluid, dat als "tek, tek" klinkt; hij waarschuwt met een snorkend "rhahr"; zijn angstgeschreeuw is een moeielijk te beschrijven gekwaak; een behagelijke stemming wordt te kennen gegeven door de klanken "biwèwèwuu", die zoo zacht zijn, dat men ze alleen op korten afstand kan hooren.

De lente kwam, en met haar de lokstem van het landleven, die mij naar ons landgoed terugriep." Tolstoi's leven te St.-Petersburg kunnen wij het best beoordeelen uit de brieven aan zijn' broer Sergius, waarvan wij hier de belangrijkste laten volgen. 13 Februari 1848 schreef hij: "Ik schrijf je dezen brief uit St. Petersburg, waar ik van plan ben eeuwig te blijven.

Met ingetrokken hals en opgerichten staart schrijdt zij langzaam voort, op den grond zoekend naar zaden, bessen en soms ook naar kleine Slakken, waartoe zij soms de bladen wegkrabt. Als zij verzadigd is, zet zij zich op een horizontalen, bladerloozen tak of op een liane neer om uit te rusten. Van tijd tot tijd laat zij haar lokstem hooren, die uit twee doffe geluiden "hoe-oep" bestaat.

Waar kunt gij gaan, dat ge zijn voetspoor niet ziet? Wat hooren uw ooren, waar ge niet den wiekslag van zijn suizende vleuglen in hoort. Hij woont in de harten der menschen en in den kiemenden zaadkorrel. Voel zijn hartslag trillen in de dooden dingen en beef! Wat woont er op aarde, dat niet verlangen voelt naar hem en zijn lokstem hoort. Niets ontkomt aan zijn macht.

De lokstem van den Kramsvogel bestaat uit een snelle opeenvolging van de scherp uitgestooten klanken "tsjak tsjak tsjak", waaraan hij den naam Tjakker dankt; hieraan wordt door hem het schelle "gri gri" toegevoegd, wanneer hij andere Lijsters uitnoodigt om bij hem te komen.

Dat verhaal toch stelt de sexueele gemeenschap voor als de eerste zonde, terwille waarvan het aardrijk vervloekt is, en waardoor de rein geschapen mensch is vervallen tot een wezen dat geneigd is tot alle kwaad. En het was de vrouw, die het eerst viel; zij bezweek voor de lokstem van de slang, en verleidde vervolgens den man. En toen zij gezondigd hadden zagen zij dat zij naakt waren.

Haar lokstem klinkt als "jek" of "djer" en is werkelijk welluidend; in andere gevallen roept zij "krè" en "krie-jè. Haar loktoon "jek jek" gelijkt sprekend op dien van den Roek; dit zal er ook wel toe bijdragen om de beide soorten zoo nauw met elkander te verbinden. Terwijl zij aan 't minnekoozen is, snapt zij allerliefst; haar stem is trouwens buigzaam en vol afwisseling.