United States or Chad ? Vote for the TOP Country of the Week !


Kon een arme kleermaker, een zoo goed paardenkenner, een zoo groot paardenliefhebber zijn? Neen! En zijn begeerte om het paard te bezitten was in hem zoo sterk, dat zijns ondanks zijn blik het verried. Goed gezegd, zeide Halef, met die lofspraak tevreden. Maar wat zegt gij van zijn meester? Hij verdient zulk een paard te bezitten. Hij rijdt goed!

"Weetje dan niet welk een groote lofspraak het voor den overledene inhoudt?" "Neen!" zei Gerrit, bijna overbluft door den zonderlingen man, voor wien hij wel wist dat men somtijds niet genoeg op zijne hoede wezen kon. Het geheele gezelschap verbeidde met gespannen verwachting. "Niet?" zei Wagestert eindelijk, nadat hij Gerrit lang en strak had aangezien. "Niet? Dan zal ik het je uitleggen.

In gindsche woning heeft een geliefde vader, een teederbeminde echtgenoote, een bloeiende dochter, den laatsten tol aan de natuur betaald. De huisgenooten zijn vereenigd: de stille smart wordt slechts nu en dan afgebroken door een uitboezeming des harten, door een lofspraak op den overledene, door snikken en schreien.

Mijn grootmoeder was trotsch op den winter van Vijfennegentig, "toen er nog zoo geen kachels waren", en ik verhef mij op de koude van Drieëntwintig, toen er van de veertig jongens maar zeven school kwamen, van welke ik er één was, wien de lofspraak, die het mij van den meester bezorgde, op een bevroren neus te staan kwam; om niet te spreken van een "kaartje van vlijt", dat mij ontging, omdat mijne handen veel te rood en veel te koud waren om een mooi middelmaat schrift te schrijven, op en tusschen de lijn, met zuivere ophalen, en zonder aandikken.

Nooit werd in huis hartelijker gelagchen dan wanneer wij onder elkander waren en Reinier op zijn dreef was." Bij die moederlijke lofspraak, waarin al het licht op het gemoed van den jongen doode viel en zijn genie in de schaduw bleef, zag de oude heer Kortenaer nogmaals op naar het portret.

Dit was alleen bedoeld om aan de goede eigenschappen van den hond recht te doen wedervaren, maar zonder dat Bates het wist, lag er nog een andere lofspraak in verscholen, want er bestaan vele heeren en dames, die er op gesteld zijn, op en top een Christen te zijn en tusschen wie sterke en wonderlijke punten van overeenstemming bestaan met den hond van Sikes.

Mochten sommige lezers klagen dat ik hen gedurende vele hoofdstukken reeds, byna zonder afwisseling rondleid op 'n tentoonstelling van nietigheden, dan neem ik deze klacht aan als betrekkelyke lofspraak ... op die nietigheden zeker niet, maar op m'n arbeid. Een zeer groot gedeelte des levens bestaat nu eenmaal uit 'n aaneenschakeling van 't geringe.

Vandaar, dat zij, die de hooge roeping des dichters vervulden, de dankbare bewondering van het nageslacht en de lofspraak van een BILDERDIJK verdienden: Van Harens, Broedrental dat zelden weêrga vond, O Waarom zweeft uw naam geen wareldgordels rond! Ook omtrent de VAN HAREN'S heeft Dr.

Wij besluiten het algemeen overzigt van deze togten der Noormannen met de volgende lofspraak op de dapperheid der Friezen in dien strijd, van den dichter Mr. J. VAN LENNEP : De Roem van twintig eeuwen, 1831. Nooren, Finnen, fiere Deenen, Die hun overmacht vereenen, Landen op de Friesche kust.

Waartoe echter zou ik het voorbeeld verder uitspinnen, als viel er op uwe fantasie weinig te vertrouwen, als hadde ik er niet voor het grijpen, waarbij schilderiger stoffaadje past? Welaan maar eerst een paar uitzonderingen, ten einde ik in geene onbedingde lofspraak der straatkreten vervalle.