United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van den kop tot aan den staart bijna overal even dik, is het lichaam slechts bij volwassenen in de liesstreek een weinig versmald; aan den snuit is het eenigszins toegespitst. De romp rust op zeer korte en dunne pooten met zeer fijnen voet; de zool is tusschen de teenballen behaard; de teenen zijn met dunne, spitse en scherpe klauwen gewapend.

In de steppen b.v. zoekt hij met de bedoeling om buit te maken de plaatsen op, waar de dieren van de wildernis hun dorst lesschen. Volgens Livingstone pakt hij zijn prooi gewoonlijk bij den hals, ook wel echter in de liesstreek, waar hij bij voorkeur het dier begint te verslinden.

De Leeuw van Barbarije (Felis leo barbarus) heeft, evenals zijne verwanten, een krachtigen, gedrongen gebouwden romp, welks voorste gedeelte wegens de breede borst en de versmalde liesstreek veel omvangrijker is dan het achterste gedeelte. De dikke, bijna vierhoekige kop verlengt zich tot een breeden en stompen snuit, de ooren zijn afgerond, de oogen niet meer dan middelmatig groot, maar levendig en vurig, de ledematen gedrongen en buitengewoon krachtig, de teenen zijn (wat hun volstrekte lengte betreft, en misschien ook wel naar evenredigheid van de grootte van het geheele dier) grooter dan bij alle overige Katten; de lange staart eindigt in een korten doorn, die door een vlokkigen kwast bedekt wordt. Een glad- en kortharige vacht van helder roodachtig gele of vaalbruine kleur bedekt het aangezicht, den rug, de zijden, de pooten en den staart; op sommige plaatsen hebben de haren zwarte spitsen of zijn geheel en al zwart, en juist hierdoor ontstaat de kleurenmengeling. De kop en de hals zijn door dichte manen omgeven. Ook de benedenzijde van den romp is in het midden over haar geheele lengte met lange, dicht bijeengeplaatste, sluike haren (buikmanen) bezet; zelfs aan de ellebogen en aan de voorste gedeelten der dijen staan minstens nog eenige vlokken van zulke haren. Dit geldt van het volwassen mannetje, bij wien de hoogte in de schoften 80

Zijn romp is een weinig gerekt, slank, naar de liesstreek sterk ingetrokken, de rug sterk gekromd, de borst smal, de hals middelmatig lang, maar dun, de kop langwerpig en hoog, het voorhoofd sterk gewelfd; de tamelijk lange snoet wordt naar voren smaller en spitser; de middelmatig lange, nog al breede, spitser toeloopende en half overeindstaande ooren zijn, evenals het overige lichaam, onbehaard en bij de spits een weinig omgebogen; de lippen zijn kort en strak gespannen.

In de liesstreek is de romp daarentegen buitengewoon sterk versmald, als 't ware om aan het lichaam, dat door de krachtige borst verzwaard wordt, het noodige evenwicht te hergeven.

In de vijfde familie van Roofdieren, die van de overige tamelijk scherp onderscheiden is, vereenigen wij de Honden (Canidae). Hun lichaamsbouw verschilt niet zoo sterk van die der Katten, als men bij vluchtig onderzoek zou kunnen meenen. Maar ofschoon tusschen de beide familiën vele punten van overeenstemming aangewezen kunnen worden, vormen zij toch door uitwendig voorkomen en inwendig maaksel, door levenswijze en door gewoonten duidelijk twee afzonderlijke groepen. In grootte staan zij alle bij de grootste Katten-soorten achter; zij zijn ook niet zoo sterk en zoo gevreesd als deze typische Roofdieren. Hun gestalte is mager, de kop klein, de snuit spits, de stompe neus steekt vooruit, de romp, die op dunne of hooge pooten met korte voeten rust, is in de flanken (tot aan de liesstreek) versmald, de staart is kort en dikwijls ruig behaard. Aan de voorpooten komen meestal 5, aan de achterpooten geregeld 4 teenen voor, die krachtige, maar steeds stomp eindigende en niet terugtrekbare klauwen dragen. De oogen zijn groot en voor het zien op klaarlichten dag beter geschikt dan die der Katten; de ooren zijn meest spitser en grooter, de tepels aan de borst en den buik talrijker. In het krachtige gebit, dat uit 36