United States or Jordan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gymnetes, eigenlijk lichtgewapenden, in Argos een gedeelte van de onderworpen oude inwoners, die ongeveer in denzelfden toestand waren als de heloten in Sparta en als lichtgewapenden dienden. Gynaikeion, z. Gynaeceum. Gynaikonomoi, Gynaikokosmoi, ambtenaars, door Demetrius Phalereus aangesteld, om te zorgen voor de handhaving van de wetten op de weelde.

Daarentegen kregen zij somtijds van staatswege de vrijheid voor dapperheid, in den oorlog betoond, waarin zij als lichtgewapenden, zeer zelden als hoplieten, later ook als matrozen dienden. Z. Neodamodeis. Het burgerrecht kregen zij hoogst zelden. Z. echter Mothakes.

Eene bezetting was in Athene achtergelaten, zoodat het veldleger niet meer bedroeg dan negenduizend hopliten, zwaargewapende voetknechten, en duizend slaven, die als schilddragers en lichtgewapenden dienst konden doen.

Stesicles, Stesikles, aanvoerder van een troep lichtgewapenden, door de Atheners aan Corcyra te hulp gezonden, toen dit door Mnasippus belegerd werd . Stesimbrotus, Stesimbrotos, van Thasus, leefde ten tijde van Cimon en Pericles te Athene als sophist en hield zich vooral met de verklaring van de gedichten van Homerus bezig.

Eerst een voorhoede van lichtgewapenden, voornamelijk slingeraars en boogschutters, vervolgens een afdeeling zwaar gewapend voetvolk, van groote schilden voorzien, dan de muzikanten, vervolgens geheel alleen een hoofdman, maar op den voet gevolgd door een bereden wacht, daarna weder een afdeeling zwaar gewapend voetvolk, die wel eindeloos scheen te zijn.

Acies, Taxis, slagorde, opstelling van het leger voor den slag. 1) Bij de Grieken, zie Taxis. 2) Bij de Romeinen moet men voor de opstelling drie perioden onderscheiden; voor de oudste periode tot op den tijd van Camillus zie men Centuria. Het leger werd toen in ééne aaneengeschakelde (grieksche) phalanx opgesteld, waarvan de kern gevormd werd door de zwaargewapende burgers van de drie eerste klassen der serviaansche indeeling; achter hen waren de lichtgewapenden opgesteld, terwijl de ruiterij op de flanken stond. Deze slagorde was in de gevechten met de Galliërs ondoelmatig gebleken, en vervangen door een indeeling in manipels, waarvan de artikelen centuria, cohors, hastati en legio een voorstelling geven. Elk legioen werd in drie liniën in slagorde geschaard; vooraan stonden de manipels der hastati, dan die der principes, eindelijk die der triarii. Tusschen de verschillende manipels werd eenige ruimte gelaten, zoodat ieder manipel op zichzelf een geheel vormde, terwijl zij zich zoo noodig elk oogenblik konden aaneensluiten; hierdoor kreeg het leger een groote gemakkelijkheid van beweging. In den slag stonden meestal de beide legioenen in het centrum, de socii en de ruiters op de flanken. Oudtijds stond het leger in ééne lange lijn (fronte longa). Later vindt men o.a. de acies obliqua, waarbij een deel van het leger aanvalt en het andere voorloopig buiten gevecht blijft, de acies sinuata, wanneer de vleugels den aanval beginnen en het centrum achterblijft; zie ook cuneus en forceps. De oorlogen met de Cimbren en Teutonen gaven Marius aanleiding, deze indeeling te vervangen door eene in cohorten, waarbij telkens één manipel der hastati, principes en triarii tot eene cohors van 600 man vereenigd werd; tien cohorten vormden eene legio; zie verder cohors. De Romeinsche ruiterij werd nu afgeschaft; zij komt het laatst voor in den oorlog tegen Jugurtha. Onder Caesar telde het legioen 3000

Velia, buurt van Rome, eigenlijk een rug, die den mons Palatinus met den mons Esquilinus verbond. Van de Velia daalde de Sacra via af naar het forum Romanum. Velites, lichtgewapenden in het rom. leger, zie centuria. Zij deden dienst als tirailleurs en namen ook de plaats en de wapenen der gesneuvelden over.

Thetes, atheensche burgers van de laagste klasse volgens de verdeeling van Solon, zij die jaarlijks minder dan 150 medimnen of metreten van hun grond oogstten. Vóór Aristides konden zij geen overheidsambten bekleeden en dienden zij alleen als lichtgewapenden of op de vloot, en ook nog veel later kon niet licht iemand uit deze klasse archont worden.

Sphendale, Sphendale, vlek in het N.O. van Attica, tusschen den berg Parnes en de kust. Sphendonetai, funditores, slingeraars, lichtgewapenden, die met een slinger van leder, soms van biezen, in de oudste tijden van wol, looden kogels of groote steenen naar de vijanden wierpen.

Onder dezen naam verstaat men de streek land, begrepen tusschen den Rijn, den Main en den Neckar, die door keizer Domitianus bij het rijk werd gevoegd, en aan gallische boeren tegen betaling van tienden ter bewoning werd overgelaten. Agrianes, Agrianes, thracisch volk aan den Strymon. In het leger van Alexander d. G. bewezen zij als lichtgewapenden of boogschutters voortreffelijke diensten.