United States or Vatican City ? Vote for the TOP Country of the Week !


De insecteneters zoeken hun buit, onverschillig in welk levenstijdperk hij verkeert, van den bodem op, nemen hem van de takken en bladen af, trekken hem uit bloemen, spleten en barsten naar buiten, brengen hem dikwijls eerst na een langdurigen en moeilijken arbeid te voorschijn, of vervolgen hem met de tong tot in de verst afgelegen hoeken van zijne schuilplaatsen.

Maar nauwelijks is de werkbij toegekomen aan die opperste taak, het honingzamelen, of zij laat het stuifmeel met rust. Zoo is dus in een normale kolonie het leven van de honingbij, zoo kort als het is, zorgvuldig ingedeeld; in ieder levenstijdperk is er een vaste taak te vervullen, waartoe het individu juist dan het best geschikt is.

Doch daar ik bleef aandringen en zoowel voor de bedreigingen van mijn vader als voor de smeekingen mijner moeder ongevoelig bleef, moest men aan mijn verlangen toegeven en was het uitgemaakt, dat ik in den zeedienst zou treden. Mijn schooltijd was dus voorbij. Menigeen kan aan dat levenstijdperk met genoegen terugdenken. Ik echter niet.

De jongen krijgen spoedig het fraai gekleurde vederenkleed van de ouden; de fraaie kleuren van den snavel ontwikkelen zich echter eerst in het tweede of derde levensjaar. Dit is al wat over dit belangrijke levenstijdperk van den Vogel bekend is.

In plaats van eene hoogte van enkele meters te bereiken, zooals thans zelfs in de tropen het geval is, werden zij 12 tot 15 meters hoog. Zij waren in de paleozoïsche periode, gedurende het eerste levenstijdperk op aarde, de heerschers en gebieders.

En de grondstof, voor deze modellen gebruikt, kon nauwelijks iets anders zijn geweest dan bijenwas. Maar onze vermoedens omtrent den waarschijnlijken ouderdom van de bijenteelt behoeven hier nog niet te eindigen. De betrouwbaarste deskundigen beweren, dat men het levenstijdperk van den mensch op aarde wel op 100.000 jaar kan schatten.

Van het oogenblik dat Tolstoi den dienst vaarwel zegt, breekt een nieuw levenstijdperk voor hem aan: het letterkundig-maatschappelijke, waarbij het streven naar persoonlijk geluk zich baan breekt. Ondanks de scherpe beoordeelingen en de miskenning van den kant der autoriteiten, was Tolstoi toch een gewenschte gast en een voortreffelijk lid van het letterkundig gezelschap, den Sawremjennik.

"Haar stem was altijd zacht, lieflijk zacht, een heerlijk ding bij vrouwen," getuigt Lear van zijn Cordelia. Het einde van dit levenstijdperk, waarin Shakespeare zijn groote treurspelen schiep, mogen wij, zooals boven reeds aangeduid is, met groote waarschijnlijkheid in 1609 stellen. Hij maakte toen ongetwijfeld nog steeds deel uit van het tooneelgezelschap, waartoe hij sinds jaren behoorde.

De bekende zelfbeheersching van dezen schrijver en zijne gelijkmoedigheid in dat levenstijdperk, toen zijn letterkundige arbeid op schitterende wijze ontbloeide, schonken Tolstoi geen rust; en het scheen wel of deze zich ten doel stelde den kalmen, goedhartigen man, die met overtuiging zijn werk ten uitvoer bracht, buiten zichzelven te brengen van drift.

Voorbij waren vermaken en vroolijkheid! het levenstijdperk van zorg en moeienis, van eentonigen arbeid, verantwoordelijkheid en gebondenheid ging beginnen, om niet te eindigen dan met den dood. Deze schrale en grauwe werkelijkheid van het kleinburgerlijke leven overgoot Rousseau met den toover der poëzie.