United States or Venezuela ? Vote for the TOP Country of the Week !


Geheel op dezelfde wijze jaagt hij Mollen; hij doet dit met zooveel ijver, dat hij, naar Lenz verzekert, gedurende een niet te korte wandeling er geregeld 4 of 5 en soms wel 14 stuks vangt. De Mollen eet hij niet op, maar begraaft ze; Muizen eet hij echter, tot hij volkomen verzadigd is, de overige werpt hij weg.

Haar onderhoud kost weinig, in den zomer om zoo te zeggen niets: daarentegen voorziet zij het gezin met melk en levert aan de onbemiddelden ook nog mest voor den akker. Lenz heeft zorgvuldig boekgehouden van de melkopbrengst van een Geit, die goed gevoederd werd; hij vond, dat zij in 1 jaar 885 liter melk kan leveren.

Zoodra de nacht invalt, begeeft het Eekhoorntje, dat een blijvende bewoner is van een oord, zich naar zijn nest en slaapt hier, zoolang het donker is; toch kan het ook gedurende de duisternis zeer goed den weg vinden. Lenz liet eens door twee daglooners een lange ladder in het bosch dragen en tegen een boom plaatsen, waarop zich een nest met jonge Eekhoorntjes bevond.

Lenz heeft hierover uitmuntende waarnemingen gedaan. "Den 14en Augustus", bericht hij, "deed ik een Egel in een groote kist, waar hij twee dagen later jongen ter wereld bracht, welker huid reeds met kleine stekels begroeid was en die hij met trouwe moederliefde verzorgde.

"Men wordt er akelig van," zegt Lenz, "dat zij in den zomer, vooral als zij voor kuikens te zorgen hebben, dikwijls den geheelen dag naar den hemel kijken en onophoudelijk een jammerend "jaoeb jaoeb" laten hooren, alsof zij de zon voor een Arend en de wolken voor Gieren houden."

Onophoudelijk ziet men de Spitsmuis bezig, met haar snuit in alle richtingen te snuffelen, om voedsel te zoeken; elk dier, dat zij vindt en overmeesteren kan, is verloren; zij vreet soms zelfs hare eigen jongen op en in ieder geval de gedoode dieren van haar eigen soort. "Ik heb," zegt Lenz, "dikwijls Spitsmuizen in kisten gehad.

"Als de bliksem in deze hoop slaat," zegt Lenz "worden er velen te gelijk gedood; als de stal in brand vliegt, loopen de Schapen niet naar buiten, soms storten zij zich zelfs in 't vuur. Ik heb eens een groote, afgebrande stal vol van gebraden Schapen gezien; men had ondanks alle moeite slechts weinige met geweld kunnen redden."

Amphibiën nadert deze roover met grootere voorzichtigheid dan andere dieren, en van de gevaarlijkheid van de Adder schijnt hij niet onbewust te zijn. Ringslangen en Hazelwormen grijpt hij, volgens Lenz, zonder eenigen schroom aan, ook als hij deze dieren voor de eerste maal ziet; hij pakt ze, ondanks hunne hevige kronkelingen, bijt hun de wervelkolom stuk en verslindt ze dan gedeeltelijk.

Allerlei plantaardig voedsel, ook brood, werd hem voorgezet; dit bleef steeds onaangeroerd; daarentegen at hij Slakken, Kevers, maden, rupsen en poppen van Vlinders en vleesch van Vogels en Zoogdieren. Op den achtsten dag gaf Lenz hem een grooten Hazelworm: oogenblikkelijk ging hij op het dier af, gaf het een beet en verdween onder den grond, omdat het zich sterk bewoog.

Lenz houdt hem voor een hoofdverdelger van de Adder en beschrijft uitvoerig, hoe deze Vogel jonge Adders, zoo vaak hij ze ontmoet, zonder schroom den kop opensplijt en ze daarna met veel smaak opeet; zelfs de volwassene overmeestert hij, zonder zich aan hare vergiftige beten bloot te stellen, daar hij in den kop van den Slang zoo ijverig met den snavel pikt, dat het dier weldra het bewustzijn verliest en door eenige snel opeenvolgende pikken binnen weinige minuten gedood wordt.