United States or United Arab Emirates ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij had uit een bruin-houten rookservies een lucifersdoosje genomen. Ze lengde zich nu geheel uit, hief traag hare handen omhoog en stak binnen den bronzen luchter, die laag boven de schrijftafel hing, het licht aan. Pezza zuchtte, ontlast van de bangheid, welke in de donkerheid waarde. Hij blikte vluggelings rond de kamer die met een gele klaarte beverfd was, en bleef nadien op een glazen inktpot turen, waar het gulden licht, gulzig opgenomen, stergewijs uiteen tikkelde. De muren waren plots smaller geworden en kwamen zich gezellig om het kleurige leven van den luchter scharen, terwijl de heldere blauwigheid der vensters was uitgestorven. Tegen den grauw-rooden bloemenwand, die nu een vrij gemeen uitzicht had, wijdarmde het Kristbeeld, klein en nuchter en onverschillig. Lucia hernam eenderlijk: Bepeins wat, voor Dissel, de waarde van een bondgenootschap met u is. Hij wil de opkomende demokratie in haren groei breken. Gij zijt, met zijne hulp, aan het hoofd van het rijzende volk. Gij moet hem helpen om de beweging te smoren, welke hij zelf verplicht is geweest tijdelijk aan te wakkeren. Hij betaalt u en zet u aan het hoofd. Wat eischt hij in weerdienst? Dat gij hem al de andere leiders zult overleveren. Vandaag heeft hij u de bombe gestuurd, die gij met nieuwjaarsnacht binst het feest in den muntsschouwburg zult werpen. Al de daders van den aanval, al de zoogenaamde opstokers, al de oproerlingen, al de samenzweerders zullen aangehouden worden en gij zult ze toonen, zult ze overgeven, zult ze verraden. D

Langzaam richtte zij zich op, lengde uit naar de lamp, draaide voorzichtig de vlam lager, die onderwijl opgeflapperd was en met een zwarte tong het porseleinen schermhoedje overlikte. Zich nu ganschelijk overgevend aan de dringende werkzaamheid, welke hem gewoonlijk na dergelijke strijden bemeesterde, begon Pezza, nadat zijne zuster hem verlaten had, alles in zijne werkkamer om te draaien.

Wat ik zal zijn, zal niet door u bestaan. Rupert was rechtgestaan. Hij kruiste zijne armen over zijn borst, glimlachte geluideloos. Ik heb medelijden met u, sprak hij. Ze lengde zich uit op hare teenen, fronste hare wenkbrauwen en verhief hare stem: Ge bedriegt u alweer, lieve. Wat ge voelt jegens mij, is geen medelijden.

Hij gebruikte die ordeloosheid van bevangen ledematen, die onmaat van gedachten, die aanhitsende ontsteltenis. Ernest, bidde, een sigaretje. Ernest lengde zijn onzekere hand, beladen met onrust, raakte lichtjes met koude nagels de vingeren van Rupert, lachte zenuwachtig. Hij wilde gaarne vluchten. Eene zware moeheid woog in zijne braaien.

Ze stond rechte, lengde zich uit, groot wordend en hare sterkte uitspreidend om haar. Mijn vleesch is struisch maar binnenwaarts zegeviert de pijne. Ge martelt mij aldus, ge nijpt mijn herte thoope in enge banden van koud metaal. Waarom is alles dood wat ge mij te geven hebt? Waarom en toets ik niets dan doode dingen, allentwege doode dingen?

Mijne heeren! .... Hij lengde zich geheel uit, verbreedde zijne borst, hief den roemer op, waar parelend zood een topaasgele wijn. Hij was een fraai man, niet zeer oud. Zijn mooie hoofd stak boven alle andere hoofden uit. Hij had een oogenblikje gewacht, zag nu iedereen den beker lichten, stak hooger nog den zijnen.

Nu, met bedaarde, effene bewoording, lei ze tusschen hen beiden de koude verklaring, dat hij met dat meisje niet trouwen mocht. Ze sprak van zijn niet voldoenden ouderdom, van zijne in slempspel versmeten gezondheid, van zijn naam en van zijn toekomst. Lang sprak ze, haar gedachte lengde zich uit over een eentonigen vloed van grijze volzinnen, en bevreesd, beklemd, verwonnen luisterde hij toe.

Ze hadden de kast opengetrokken en kleedden zich aan met hemden en vesten. Ze maakten een heerlijke pret en Johan Doxa glimlachte genoeglijk bij die leute van het rumoerig volkje. Hij liet de heimelijke pagadders, alsof hij 't niet merkte, aan zijne broekpijpen snokken. Hij speelde eindelijk zelf mee, zat, op zijne knieën naar de kleinen te grabbelen en lengde zich soms plat uit op zijn buik.

Maar zij lengde zich uit in het groene gaslicht, werd eene breed-sterke gestalte en haar hoofd rees rots-hard op boven het bleeke nachtgewaad. Ze werd rustiger, ze kon rustig spreken en sprak. Hij wist haar niets meer te beletten. Hij stond verslagen en vernederd, zei gedurig: Ga te bed .... ga slapen, om de liefde Gods!

De liefde!... Aldus was hare liefde geweest. Hare oogen werden nat. Eene subiete wanhoop greep haar over gansch haar trillend lijf. Ze wilde loopen, loopen, zoeken tallenkante, het huizeken zoeken, en de zachte kamer en het blauwe bedde. Hare lippen bewogen en ze lengde hare kinne opwaarts om te roepen, Johannes! Johan!... Ho! Johan!...