United States or Tunisia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men kijkt naar den eigenaar, den ingenieur Lefèbvre, die op het terrein heen en weer loopt onder een hoed met neergeslagen rand, in een grijs pak, en gele chauffeurs-laarzen.

Dijk rees op, opende de deur en riep met de kruk in de hand: "Kom binnen, mijnheer Lefebvre, kom binnen, als ik u verzoeken mag. Wij zijn onder ons. Er is niemand hier als mijn vriend Ruardi, dien gij kent, en voor wien wij geen van beiden, geloof ik, geheimen hebben."

Adriaan was in =high spirits=. Hij had dien ochtend te gelijk met een brief van Lefebvre, het berigt inhoudend dat zijne verkiezing zoo goed als verzekerd was, een verblijdend handelstelegram uit het buitenland ontvangen. Met ongemeene graagte, want hij behoorde niet tot degenen wier eetlust door aangename tijdingen bedorven wordt, drong hij André, zich aan tafel te zetten.

Lefebvre is de eenige persoon, dien hij somtijds boven u stelt, en dan nog met onderscheid." "Ik dank hem voor zijne goede meening, doch geloof mij, Lidewyde, hij verdient niet dat gij u met hem bezig houdt. Wilt gij een goeden raad van mij aannemen, laat hem loopen en zoek een waardiger tijdverdrijf. Het is beneden u, te triomferen over jufvrouw Visscher."

Indien dat lieve kind haar belang kende, zou zij stil bij vader en moeder blijven en zich hier in geene wespennesten komen steken. Die goede Lefebvre! Hij is de onschadelijkheid-zelve, en men lastert hem, wanneer men hem een corrumperenden invloed toeschrijft.

't Was geen gevecht meer, 't was een schaduw, een razernij, een duizelende dwarreling van zielen en moed, een orkaan van bliksemende zwaarden. In een oogenblik waren van de veertienhonderd garde-dragonders slechts achthonderd over; Fuller, hun luitenant-kononel, sneuvelde. Ney ijlde met de lanciers en de jagers van Lefèbvre Desnouettes toe.

"Jawel; maar men behoort in deze wereld nog iets meer dan alleen onschadelijk te zijn. Lefebvre is in elk geval eene kracht." "En mijn ceremoniemeester dan? Daareven heb ik zoo onbarmhartig den draak met hem gestoken, dat ik mij verpligt acht, nu ook iets te zijnen voordeele te zeggen. Het is, dat hij in een ander land als het onze, een genoeglijk leven en schoone vrouwen is gaan zoeken.

In 't bijzijn o.a. van Berthier, Maret en de Caulaincourt stapte Napoleon driftig en luid sprekende, in zijn kabinet op en neer, toen Lefebvre, Oudinot en Ney zwijgend binnentraden. Op hun gelaat stond te lezen wat er in hun gemoed omging. Wederom ontvouwde hij hun zijn plannen; hij sprak van één laatste krachtsinspanning, die hun dan rust zou schenken na vijf en twintig jaar arbeid.

Hij is een uitmuntend mensch, en zijne konversatie zal u vast niet minder belang inboezemen dan die van uw reisgenoot Lefebvre." "Kan ik dien heer een uur of anderhalf geleden hier in den tuin hebben zien wandelen?" "Meent gij Lefebvre?" "Neen, dokter Ruardi bedoel ik. Zoo noemt gij hem immers? Een welgemaakt jong man, donker van uitzigt, en geheel in het zwart gekleed." "Juist.

Andere redenen hadden hem dien middag aan tafel iets van zijne gewone spraakzaamheid doen verzaken; andere redenen ook deden hem thans het luidruchtig gezelschap mijden van Lefebvre en de zijnen. Hij wilde Lidewyde spreken.