United States or Tuvalu ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij maakt groot lef en brengt me an bij die krijgsraad ... Ik spreek as 'n dolle stier van me af wat 'n wonder: d'r had 'r een an me wijfie geraakt! nou, en van da'k in Parijs dat Sjeneesche recht had geleerd, kon 'k netuurlijk die wet op me duim, zoo da'k met vlag en wimpel vrij wier gesproke met niks as twee dage prevoost. En hij?

"Zie je, as je maar mee kan prate in een elk z'n taal en z'n zede, dan ben je in zu'k gezelschap ook gauw genog in. En as je nou lef heb, dan leg je twee kwartjes op tafel, en zeg je: "nou, mensch, da's nou me heele kappitaal, zal me maar opmake same"... Zegge zij: da's een toffe sjlemiel ...

Waarop ik dat eerste blad opende. En daar spreker dezes 'n premier klas fisolemie-kenner is, en in de petrette van de mannelijke tak geen millitair voorkomen zag, vestigde ik mijn aandacht op dat vijfde blad en leesde ik in die fisolemie: dit is een krijgsmanshouding. Waarop ik antwoordde met groot lef: "da's ie sprekend, maar as jonger".

Bij deze bekentenis barstte Nancy in een luid gelach uit; ze slurpte een glas brandewijn, schudde haar hoofd met iets uitdagends en barstte uit in allerlei uitroepen als: »Hou 't spel an de gang!« »Heb maar lefen zoo meer. Dit scheen beide heeren gerust te stellen, want de Jood knikte voldaan en ging weer zitten en Sikes deed hetzelfde.

Ik blijf natuurlijk, want 'k hoor dat niet. Hij zet 't op dat leitje. As 'k de deur in me hand heb, om de trap af te gaan, roept ie me werom ... Ik hoor niks, ga stiekem deur. Maar op de trap schiet die man een revolver af achter mijn; ik keerde m'n eige geen oogenblik om, gaan kalm na huis ... Ja, mot je lef voor hebbe! Maar dat was allegaar nog kindere-spel.

"Toch het ie me nog effe late darre, om as menister z'n lef op mijn te koele, netuurlijk. Want op school had ik hèm vaak gedeukt, , 't was 'n akelig ventje, entre nous soit dit nou, en nou had ie mijn in zijn macht, en toe knauwde hij mijn ... Had gelijk; was z'n recht.

"Nou, die educan bracht mijn de bewuste envelop en antwoordde mijn onder vier ooge privé: "Racier, 'k ben machtig in 't lef, maar d

Eindelijk legde hij het neer, alsof hij wanhoopte aan het gelukken van zijn poging en mompelde, terwijl hij achteroverleunde in zijn stoel: »Toch een mooi ding, de doodstraf! Doode menschen hebben geen berouw, doode menschen kletsen niet over leelijke histories. 'n Prachtig ding voor ons vak! Vijf na elkaar opgeknoopt en geen een over om voor verrader te spelen of z'n lef te verliezen