United States or Guernsey ? Vote for the TOP Country of the Week !


En 't krinklende winklende waterding, met 't zwarte kapoteken aan, het stelde en het rechtte zijne oorkes flink, en 't bleef daar een stondeke staan: „Wij schrijven,” zoo sprak het, „al krinklen af het gene onze Meester, weleer, ons makend en leerend, te schrijven gaf: één lesse, niet min nochte meer; wij schrijven, en kunt gij die lesse toch niet lezen, en zijt gij zoo bot?

Menigmaal, wanneer ik neerslachtig ben gestemd, bedroefd om zooveel treurigs in 't leven, ontmoedigd door 't zien van zooveel ellende, waar ik als een mensch onmachtig tegenover sta, van zooveel onrechtvaardigheid, van zooveel liefdeloosheid, dan is mij een opbeuring de gedachte aan onzen verren vriend zoo mogen wij u noemen, niet waar? die uit louter menschenmin, zichzelf uit zijn eigen wereld bande, om zich in een wildernis temidden van "wilden" te vestigen, hun liefde gevend, liefde leerend, die hij zoo machtig in eigen boezem voelt.

En werkelijk, wanneer met ernst en toewijding een poging gedaan was om uit het rijke leven dat wij genieten in onze studiejaren een leven zoo geheel verschillend van dat van andere vrouwen, meestal zoo geheel uitgaand boven het milieu waar wij zelf uit voortkwamen; wanneer met liefde getracht was uit dat leven van ons, studeerende vrouwen, iets te geven naar buiten met het doel anderer leven rijker te maken en mooier, dan zou dat pogen met vreugde begroet mogen worden. Te veel toch leven de studeerende meisjes op zich zelf, geven ze aanleiding om beschouwd te worden als een afgezonderde categorie, en nauw aangesloten zouden ze moeten staan in de rij van allen die bewust willen meewerken tot de opheffing van den mensch. Maar als een geheel moesten ze daar staan, niet als individuen, in de eerste plaats nauw aangesloten onder elkaar, van elkaar leerend, elkaars inzicht ruimer makend, s

Zijn leerend woord had velen van het jong geslacht gevormd die nu leden en streden voor het Vaderland. Zou ik ook misschien mijn bloed eens moeten geven? Het lof was ten einde. De deken van Antwerpen zei de laatste gebeden.