United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hierna verlieten zij het Pand en sloegen elk de weg in die hen naar huis moest leiden. Pieter Deconinck ging alleen en vol bedenken door de Oudezakstraat, om zich bij zijn vriend Breydel te begeven. Hij voorzag de pogingen die de Leenheren doen zouden om hun heerschappij over het volk te herwinnen, en dacht aan de middelen die zijn broederen voor de slavernij moesten bewaren.

Een ander slag van ridders trof men bij het lager einde der tafel aan. Alsof de Fransen zich niet onder hen hadden willen mengen, zaten zij allen nevens elkander op de minst vererende plaats. Waarlijk de Fransen hadden hierin geen ongelijk, deze ridders waren verachtelijk; want terwijl hun vazallen als echte Vlamingen de vijand afwachtten, waren deze hun Leenheren in het Franse leger.

Gebrek aan geld en de dagelijkse aankomst der Leenheren uit verre heerlijkheden hielden deze macht nog enige tijd in Frankrijk.

Het leven der edelen concentreert zich, zoals wij zagen, in de 12de en 13de eeuw op de kastelen der rijke graven en hertogen; de kleinere adel, in elk geval de zoons, komen van de verspreid liggende sloten der baronnen meer en meer naar de residenties der Leenheren. Hier ontwikkelt zich een sosiaal samenleven en een daaraan beantwoordende kultuur.

En de meesten der bisschoppen en abten van de 11de en 12de eeuw die ook zelf door de goederen der kerk tot de feodale wereld hoorden, zelf leenheren en vazallen waren, leefden in vrede en vriendschap met de baronnen. Het was een aristokraties en zeer wereldlik Kristendom dat zij representeerden. Suger, de abt van St.

In de avond die u zo noodlottig was, riep onze Graaf zijn getrouwe Leenheren bijeen en verklaarde hun dat hij naar Frankrijk reizen wilde, om de Koning Philippe le Bel te voet te vallen.

De ambachten werkten gezamenlijk voor de algemene welvaart en stelden Dekens aan die het bewind over hun zaken hadden. Door de gunstigste gastvrijheid aangelokt, kwamen de vreemdelingen uit alle gewesten naar Vlaanderen en de koophandel kreeg een leven, een werkzaamheid die onder het dwingende bestuur der Leenheren onmogelijk was geweest.

Mits de vrijheid in Frankrijk nog niet gestraald had, en dat de beheersing der Leenheren er nog uitsluitend en dwingend was, hoopten zij dat Philippe le Bel de staat van zaken in Vlaanderen ook veranderen zou, en dat zij in hun vorige rechten zouden hersteld worden. Diensvolgens begunstigden zij Frankrijk tegen Vlaanderen en kregen de naam Leliaards als een schandmerk.

Hier vond men de grootste welstand en het sterkste geestelik leven, hier kwamen het koningsschap en de adel der leenheren pas tot hun grootste recht, hier was de volksmenging en de kultuurmenging, waar de romantiek uit ontstond het rijkst.

Indien zij zozeer niet van de trouw en de volksliefde der Dekens waren verzekerd geweest, zouden zij die veredeling ongetwijfeld met een toornig oog en als een staatkundige list der Edelen aanzien hebben; zij zouden hebben gezegd: zo ontroven de Leenheren ons de voorstaanders onzer rechten en verleiden onze Dekens door hun gunsten.