United States or British Indian Ocean Territory ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hier toe behoort ook de geslachtsnaam Koetsier en Coetsier. Ook Koetser, dat my eene halve verdietsching schijnt van het hoogduitsche Kutscher. De beteekenis van den naam Leenknecht is my niet duidelik. Misschien is het wel een gemeenzame form van Leendert de knecht, Leen-knecht, op de wyze als de geslachtsnamen Janknegt, Leentvaar, enz. die op bl. 174 zijn vermeld.

"Maar hemel, is dat niet natuurlijk," antwoordde de dame zichtbaar bewogen: "Een moeder die haar kind wil verzorgen.... mij dunkt....!" "Nietwaar mevrouw!" hernam Leentje hoofdknikkend: "Dat zei ik terstond. Maar Krisje en Leendert, o !" en zij trok den neus op, als wilde ze zeggen: die denken er anders over.

En deze toenaam »de Keyser" ging ook na den dood van Leenaert Heyndricksz wel op zynen zoon Heyndrick Leenaertsz over, vooral als deze ook in het vaderlike huis »de Keyser" bleef wonen, en hy werd in verloop van tijd een vaste geslachtsnaam voor al de nakomelingen van den ouden Leendert.

Was het zijn goedhartige aard, die hem zoolang alleen bij den lijder in het schuurtje deed vertoeven, dewijl hij ook Leendert tot diens verwondering bevolen had om zich dorpwaarts te spoeden, ten einde eenige eenvoudige geneesmiddelen uit de apotheek te halen, ofschoon Leendert meende, dat mevrouw ze wel in huis had, doch die volgens mijnheer niet versch genoeg waren?

"Je komt te laat vrinden!" zei Leendert de huisknecht tot een meisje dat, door een jongeling begeleid, het hek van Water-zicht was binnengetreden, en gevraagd had, of ze Toon Ritter eens zien en spreken mocht. "Te laat!" zeiden Grietje en Geurt want zij waren het schier te gelijk; en het meisje voegde er bij: "Maar zeg, hij is toch niet dood?"

De donkere oogen zochten angstig rond: "Is vader daar, lieveling. Ja . Ben je daar Leendert. Geef me wat drinken." "Hier, moesje, hier drinkt u maar eens. Vader komt gauw." "Ja, gauw dan, gauw," stamelde de zieke, dronk haastig en liet het moede hoofd weer in de kussens vallen. "Ja moesje, vader komt," snikte het kind en boog zich over haar moeder en drukte een kus op haar wang.

Leendert de knecht, draafde de gang door, de trappen op, de trappen af, naar de keuken, naar de plaats, en dan weder van voren af aan, altijd met iets in handen, zoodat mevrouw er mede te doen kreeg, en Leendert beval, zich niet zoo vreeselijk te vermoeien; maar, o, , daar wist Leendert niet van: hij had in die dagen vooruit, wel anders geslaafd, en 't meeste wat hem speet was, dat mijnheer en mevrouw den boel buiten de schuld van hem en de meisies tóch niet in 't fatsoen zouden vinden, omdat die werkvrouw zoo nalatig was gebleven en hem en de meisies voor alles alleen had laten zitten.

"Leendert!" stamelde de zieke en vader boog zich nu over haar en zeide schor van het schreien: "Ben je ziek, Elsje, ziek en " toen zag hij het kleintje in haar armen. "Een jongen. Leendert, die jouw naam draagt." En vader nam ook dit kind in zijn armen en kuste het.

Op een weinig kiesche wijze gaf Leendert een bevestigend antwoord; en Grietje, die wij veel verzwakt en vermagerd vinden, drukte het voorschoot voor hare oogen, en Geurt riep met innige bezorgdheid: "Och, Grietje, maak je nou niet van streek; ik zei immers wel dat het er om houwen zou!"

Dat ontstaan moet verklaard worden op deze wyze: een man heette Leendert en droeg den toenaam van Hemming, een oud patronymikon, ontleend aan den vóórnaam van zynen stamvader Hemmo. De vader, grootvader en nog menig oudvader van Leendert hadden allen reeds dat patronymikon als vaste toenaam gedragen.