United States or Slovenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als spònzen! prezen in koor de hongerige komedianten. ....de vette saucijsjes van Lucanië en de lekkere kooltjes in laserpicium gestoofd.... Ze hebben me niets te veel van je keuken verteld, heer caupo! waardeerde hoffelijk Lavinius.

De komedianten geloofden niet, toch huiverig.... Moet hij mij verslinden! verzekerde Lentulus, griezelig, maar hij lachte en dus.... Hèm niet, zei Thymele, de danseres; maar toch wel.... Sssst! wenkten de beide choragi, om stilte. Van het proscænium, uit de "koningspoort", trad Lavinius' mimus, die Attis gedanst had....

Tryfo wees en las verder: Door den beroemden Troep Neen, zei de dominus: niet "beroemd". Ik wil niet: "beroemd". Je hebt een beroemden troep, Lavinius, verzekerde Martialis. Je bent zelf beroemd.

Dominus! wenkte plotseling Fabulla Lavinius Gabinius. Nigrina was met de Threxen verdiept in de methode hoe het zwaard te werpen van rechter- naar linkerhand om den òpsteek te geven, als de rechterarm het schild op ving. Lavinius Gabinius drong nader. Is het volstrekt noodig, dat altijd jòngens de vrouwerollen spelen? vroeg Fabulla.

Sedert, om hem te verzoenen, had zij zich door hem verkoopen laten, telkens en telkens.... Ook aan den Keizer.... Had hij zich niet gewroken.... Nu waren de jaren gewenteld.... Zij zag hem steeds aan, onderging zijn vreemde kracht, als magiesch, in zijn doorzenuwde zwakte. Maar er werd gebonsd op de deur. Lavinius....! riep zij. Bónst een komediant op de deur van Crispina? lachte hij.

Lavinius Gabinius trad binnen; de Prætoriaan zeide: Ik zal in het park op hem wachten, om hem terug te leiden.... En Crispina sloot de deur. Domina, groette beleefd de dominus. Crispina, een oogenblik, zeide niets. Zij moest tot kalmte komen; haar borst deinde. Zij zette zich op de rustbank. Eindelijk sprak zij: Lavinius.... Domina? Ik heb je bij me laten komen.... Om je te vragen....

Uit de schimmen en schaduwen, die op keken, en daar op het proscænium hun vreemde nachtspel mimeerden, trad er eene driftig voor. Het was Lavinius Gabinius. Zijn jullie daar, eindelijk? riep hij woedend. Ja, dominus.... Waar zijn jullie geweest, dondersche jongens?! Moet je den heelen dag weg loopen? Moet je me in ongerustheid laten, als mijn hoofd tòch me al omloopt?

Hij nam den breedgerande, waarvan stroomde het water, hoffelijk af en zeide, beleefd: Heer caupo, ik ben Lavinius Gabinius, de dominus-gregis, die met zijn grex heden avond in Rome is aangekomen op hoogst vereerend verzoek van den prætor en de heeren ædilen, om tooneelvoorstellingen te geven tijdens de Megalezia en hoewel ik met mijn komedianten wel onderkomen gevonden heb, zoû het mij toch ten zeerste aangenaam zijn wat te eten en te drinken te krijgen, want wij zijn uitgeput van honger en dorst.

Broêr en zuster, Crispinus, Crispina stonden in de nacht voor elkaâr. Lavinius Gabinius komt straks, zeide Crispinus. Ik heb hem een bewijs van doorlating laten geven, voor de wachtpoort bij het Septizonium.... Ik doe voor je wat ik kan.... Crispina was zenuwachtig, wrong hare handen. Geloof je, dat....? Dat wat? vroeg ruw haar broêr. Niets.... Wat zal hij willen doen? ging Crispinus ruw voort.

Want Lavinius Gabinius komt met zijn caterva komedianten en het zijn er niet minder dan zès-en-twintig! Zès-en-twintig! roezemoesden de stemmen door den walm en wasem heen. Zes-en-twintig!! Wat een groote troep! Onderwijl telde de dominus zijn komedianten, die zijn slaven waren.