United States or Christmas Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


En bij die woorden begon zij te huilen en opnieuw te zeggen: Wee mij, laat mij treuren. Op wat een kwaad uur ben ik geboren? Want ik heb zulk een welgestelden jonkman kunnen trouwen en ik heb U genomen, die niet denkt aan haar, die hij thuis heeft.

Daaraan had hij het te danken, dat men hem opdroeg een pompmachine te herstellen, die niet meer werken wilde, en waaraan verscheidene werktuigkundigen reeds tevergeefs hunne krachten hadden beproefd. Stephenson was zoo gelukkig, de oorzaak van het kwaad spoedig te ontdekken, en in zeer korten tijd werkte de pomp weer even goed als vroeger.

Nu, dan is die u ook niet verboden! En ook wijn is voor ons niet gevaarlijk! Geniet dien dan met verstand en met mate! Dat is goed! Zoo mag ik het hooren. Gij lijkt mij geen kwaad uitlegger, wordt gij dan dronken van Raki? Wanneer ik hier slechts weinig van drink, niet! En wat noemt gij weinig?

Het plan was niet kwaad bedacht, maar de uitvoering had met groote moeilijkheden te kampen: de inboorlingen gevoelen weinig sympathie voor de Russen, en zijn er volstrekt niet op gesteld, hunne huizen voor hen beschikbaar te stellen.

Zie overigens over Liefde en Haat jegens dengene die een wezen dat wij als ons gelijkend beschouwen goed of kwaad deed, de Opmerking bij Stelling XXII van dit Deel. Stelling XXVIII.

Mij kunt gij niet wat wijs maken. Ik wil u nog niet terstond straffen, maar u tijd geven tot berouw. Maar pas op, dat gij niet nog verder kwaad tegen ons verzint. Eigenlijk moest ik uw huis terstond verlaten, maar dan bleef de ellende bij u achter en zoudt gij vergaan. Daarom wil ik uit barmhartigheid nog tot morgen bij u blijven, opdat gij u beteren moogt. Nu laten wij u alleen.

"Nu," bromde Sancho, "laat mij dan toch eens van die gebraden patrijzen proeven. Die kunnen toch wis en waarachtig geen kwaad." "Ja, zeker wel," riep de lijfarts; "zoolang ik in leven ben, zal mijnheer de stadhouder daar geen sikkepitje van over de lippen krijgen." "En waarom dat niet?" vroeg Sancho Panza driftig.

Vanhoutte had er immers eene lachreden van gemaakt en in zijne lichthartigheid had hij getaterd en gezongen alsof er niets gebeurd was en de dorpelingen wilden hem ook geen kwaad om den kleinen streek, dien hij zijnen gierigen gebuur gespeeld had.

De eerste officier vond, dat ik zeer verstandig gedaan had, mij zoo dadelijk al te verzetten tegen dergelijke onbehoorlijke machtsuitoefening en vertelde, dat hij zoowel een tiran en een schreeuwer als een lafaard was en in 't vervolg wel omzichtig zou zijn in de wijze om mij aan te pakken. »Maar wees op uwe hoede," zeide hij; »vergeven doet hij het u nooit, en juist dan, als hij zich het aangenaamste voordoet, heeft hij het meeste kwaad in den zin.

Zij zijn zacht en goed als hun kramikkenbrood." "Een dikke eierkoek met spek is toch beter.... en dit zullen ze ons geven, onmiddellijk na onze aankomst, zoo waar ik leef, of hun rug zal kennis maken met mijnen sabel!" "Bah, gij zijt niet bekwaam om eenen hond kwaad te doen." "Maar hoe kunt gij het weten? Slechts sedert drie weken kwam ik over in uwe compagnie?"