United States or Cabo Verde ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deze kan men in een houten mandje met wat sphagnum of anders op een stukje kurkschors kweeken. Zij heeft lichtgroene, wit bepoederde bladeren, en haar kleine, blauwe bloemen worden door prachtige, lichtrose schutbladeren omgeven. Als kamerplanten zijn onder de Bromeliaceeën nog zeer dankbaar de Æchmea fulgens, de Billbergia amoena en de Billbergia nutans.

De plantenrekjes, die meestal in de vensterbanken worden aangebracht, zien er wel heel aardig uit, maar zijn voor het doel, waarvoor zij moeten dienen, meestal geheel ongeschikt. Deze bloemenrekjes bestaan gewoonlijk uit een paar plankjes om er de potten op te zetten en een hekje, dat moet dienen, om het naar beneden vallen der potten te voorkomen. Dat hekwerk nu is zoo onpractisch mogelijk. Wel wordt het naar beneden vallen der potten er door verhinderd, doch het beschermt deze geenszins tegen de zon. In den zomer brandt de middagzon met volle kracht op de steenen potten, waardoor deze overmatig verhit worden. Het gevolg daarvan is niet alleen, dat de aarde snel en volkomen uitdroogt, maar ook, dat de tegen den potwand liggende wortels verbranden en natuurlijk dood gaan. Hier heeft men met gevallen te doen, waarover wij vroeger reeds spraken. De kluiten worden toch geheel droog en nemen ten laatste geen water meer op. Als gevolg hiervan, en van het verbranden der wortels, gaan de planten merkbaar achteruit en tevergeefs gist de liefhebber naar de oorzaak van den slechten groei zijner lievelingen. Fig. 63 toont ons een zoodanig bloemenrekje en tegelijkertijd, hoe slecht de planten er daarin kunnen uitzien. Een goed bruikbaar plantenrekje moet geheel van hout zijn en het voorkomen van een bakje hebben, waardoor de potten doelmatig tegen het inwerken der zon beschut worden. Toch kan zoo'n gesloten plantenrekje er zeer elegant uitzien, wanneer men het uit besneden hout laat vervaardigen, of wel het met kurkschors of andere ornamenten laat bekleeden. Maar zelfs het eenvoudigste groen geverfde bloemenrekje voldoet uitstekend, wanneer men slechts zorgt, dat het gesloten is. Ook kan zulk een eenvoudig rekje er zeer mooi uitzien, wanneer men de planten zóó schikt, dat de buitenwand geheel met hangplanten wordt bedekt. Voordat de planten in het rekje gezet worden, vult men het voor twee derden met zaagsel of nog beter met fijnen turfmolm; hierin worden de planten tot op 2

In alle tijden van het jaar komen zij rondom dit eiland overal in grooten getale voor, zoodat alle bewoners van de oostkust van Kamtschatka ieder jaar vleesch en spek in overvloed van deze dieren zouden kunnen krijgen. De huid van de Zeekoe bestaat uit twee lagen: de buitenste is zwart of zwartbruin, één duim dik, en bijna zoo vast als kurkschors, rondom den kop vol groeven, rimpels en gaten.

De stammen stonden te blozen als frissche wangen: maar grauw en grijs en bruin was onveranderlijk de kurkschors. Met geene woorden kon men noemen, wat elk ding voor verven kreeg. Zoodra men het beproefde, gaf men slechts eene opsomming van de kleuren, die er waren bij heldere dagverlichting. Een raadsel was het, dat de zon bij het scheiden nog opgaf. Een moeilijk raadsel!

Een tweede, veel voorkomende wijze is, dat een geraamte uit ruw hout wordt vervaardigd, hetwelk dan met boom- of kurkschors bekleed wordt; deze kan men dan nog met dennenappels of dergelijke vruchten versieren. Zulk een ampel moet natuurlijk ook van een gelegenheid tot waterafvoer voorzien zijn.

In de Botanische Tuinen ziet men deze hoogst interessante, maar uit een tuinbouwkundig oogpunt waardelooze planten, vaak jarenlang tegen een stukje kurkschors gehecht, uitstekend groeien. De meeste Bromeliaceeën hebben riem- of lijnvormige, ongesteelde bladeren, die aan den voet meestal verbreed zijn. Bij enkele soorten zijn zij zeer fraai geteekend.

De kleinere soorten kweekt men het best tegen stukjes hout of kurkschors, en anderen in uit houten stokjes vervaardigde mandjes; ook kan men ze in potten kweeken, mits deze goed van drainage voorzien worden en de planten hoog boven de potten uit worden geplant. Deze geslachten willen tamelijk veel bespoten worden.

Wanneer de haar omgevende lucht voldoende vochtig is, behoeft men zich voor de eerste groep niet bijzonder veel moeite te geven. Men bevestigt ze met koperdraad tegen een stukje hout of kurkschors; zij hechten zich daar dan met haar dikke, vleezige, broze wortels tegen vast en groeien zoo jaar in, jaar uit, dat het een lust is.

De Lycopodiaceeën hebben meestal zeer fijn ingesneden loof; somtijds groeien zij met behulp van stevige luchtwortels tamelijk op, of wel, zij klimmen door middel van deze worteltjes tegen kurkschors in de hoogte.

Zeer veel worden de epiphytische Orchideeën ook gekweekt in potten, voorzien van gaten, meer nog in mandjes van draad of kurkschors en zeer dikwijls in vierkante mandjes, die van even dikke houten stokjes gemaakt worden. Het aardmengsel, waarin men ze plant, moet zeer licht en vezelachtig wezen.