United States or Chad ? Vote for the TOP Country of the Week !


De heer Anselm scheen er zich in geschikt te hebben, dat hij zijn lievelings- en slaapdrank op Rheineck missen moest. Maar op een avond ging hij, door een plotseling invallende gedachte gedreven, langs verschillende afgelegen trappen en gangen naar den kelder van den burcht. Wat voor waarde had het woord van een Kunz? Geen cent. Wat eigen overtuiging? Misschien een scheepslading Aszmannshäuser.

En ridder Kunz moest toen met oprecht leedwezen bekennen, terwijl zijn oogen als die van een vroom schaap flikkerden, dat zijn kelder wel Walporzheimer, Ingelheimer, maar helaas geen druppel Aszmannshäuser bevatte, aangezien die, zooals iedereen wist, van het domein van den aartsbisschop was.

De heer Kunz hield zijn onschuld vol en betuigde zijn onderdanige trouw, maar de aartsbisschop stond op de voorloopige inbeslagneming en beval den ridder zich binnenkort met den notaris en getuigen naar het college te Keulen te begeven en zich te zuiveren van de verdenking van den kerkroof.

Toen dreunde de vuist van Kunz op de eikenhouten tafel, zoodat de kannen rammelden, en hij voer hevig uit tegen de valschheid van zulk een slang. Maar de bisschop wees hem op zijn goddeloozen toorn, aangezien het vrome kind slechts gehoor gegeven had aan den geestelijken aandrang. Hoofdschuddend sloeg de heer Kunz de handen in elkaar.

Vervolgens liet hij het kolossale vat verzegelen en vervoeren en keerde toen met zijn onderhoorigen huiswaarts. Onderwijl stiet de heer van Schwalbach ontelbare vloeken uit. Jonker Jörg troostte hem en ridder Kunz beloofde zijn vertrouweling met vele ridderlijke eeden, dat, zoo hij in Keulen het leven er af bracht, zijn bevallige nicht de vrouw van den jonker zou worden.

Lachend wenkte de heer Kunz zijn schenker, deze bracht fluks een wijnkan, schonk de heeren drinkers hiervan in, en opnieuw dronk de heer Anselmus zijn lievelings- en slaapdrank. Plechtig verklaarde hij: "ridder Kunz, dit is de wijn, welks ligging Adelgonde haar voogd gehoorzaam verried."

Een bevallig meisje, een vroeg wees geworden kind van een broeder van den heer Kunz, Adelgonde genaamd, bestuurde sedert dien tijd de huishouding op Rheineck. Destijds was de vrome, maar ook strenge heer Anselmus bisschop van Keulen.

Eenparig verklaarden zij, dat deze zure wijn geen Aszmannshäuser was. Boetvaardig stond de heer Anselm daar, zegevierend ridder Kunz en opgetogen jonkvrouw Adelgonde en jonker Jörg. Eenige weken daarna werd er op Rheineck een vroolijk bruiloftsfeest gevierd.

De ridder heette Kunz van Schwalbach en was een vermetele bandiet, die vooral het vuistrecht in de omstreken van de Ahr met veel ijver en niet minder gevolg uitoefende. Zijn gemalin, die wellicht een goeden invloed op hem had kunnen uitoefenen, rustte reeds sedert jaren in de burchtkapel.

Maar toen de ridder den bisschop de helft van het vat als avonddrank, die bevorderlijk voor den slaap was, aanbood, reikte de heer Anselmus hem zijn hand als leenheer, waarbij de heer Kunz vrijwillig de belofte aflegde, in het vervolg alles, behalve den bisschoppelijken Aszmannshäuser te rooven. Rolandseck Ridder Roland Keizer Karel de Groote werd door een menigte sterke helden omgeven.