United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op het dek worden de linnen stoelen uit elkaar gehaald; gemakkelijk achterover geleund, de oogen gevestigd op de witte kuiven der aanrollende golven of de strakke lijn der langgerekte eilanden, waaraan we voorbij varen, beginnen de gesprekken: een zacht, gedempt praten in groepjes van twee of drie. Men weet nooit, wie aan boord is: de geleider heeft ons op 't hart gedrukt om voorzichtig te zijn.

Dan tusschen die beide romantische oevers vertoont zich voor den scherpen boeg der stoomschepen, die noch door de zee, noch door den wind weerhouden worden, of voor den steden der zeilschepen, die soms bij honderden door den westenwind in die monding naar den Atlantischen Oceaan weerhouden worden, eene zeer bewegelijke wateroppervlakte, die uiterst veranderlijk van kleurtinten is, die zich hier grijs en met machtige kuiven getooid voordoet, elders aangenaam blauw en kalm, hier weer geheele strepen van kleine krullende golfjes en maalkolkjes vormt die de grenzen der stroomen en tegenstroomingen met hunnen getanden rand zoo duidelijk mogelijk aangeven.

Nu voelt men warme geuren om zich walmen, En warmte door de koele boomen wuiven, De snelle vliet schijnt moede voort te schuiven, En in het matte schuiven nog te talmen; Op de’ akker buigen zich de blonde halmen Ontzenuwd, en beschutten met haar kuiven ’t Viooltje, dat geen vlinder komt bestuiven, En dat de hette tusschen ’t graan voelt dwalmen;

Eenige kogeltjes hadden hem ter aarde doen vallen en Top bracht hem naar de boot, tegelijk met eenige parkieten, zoo groot als duiven, groenkleurig, met karmozijnroode vleugels en rechtopstaande witte kuiven. De eer hiervan kwam den knaap toe, die er ook trotsch op was.

Eerst een kleine bazar, zou men gezegd hebben, bijeengebragt uit verre landen: donkerbruine meubelen met japansch-verlakte paneelen, goud op zwart; étagères, overladen met chineesch porselein; boeken en plaatwerken uitgespreid op eene met gekleurd paarlemoer ingelegde tafel; behangsels en overgordijnen van ligtgele zijde, tusschen wier plooijen men geborduurde kakkatoes met hunne kuiven zag pronken en de bevallig gebogen staarten van paradijsvogels zag afhangen.

Hij zag omhoog, doch bespeurde niets als een grijs en onrustig zwerk, met een zwartblaauwen achtergrond, waarin nu en dan eene enkele ster kwam vonkelen en dan weder verschoot. Verder dan honderd passen voor zich uit kon hij het water niet van de lucht onderscheiden, en alleen in zijne onmiddelijke nabijheid zagen de kuiven der baren wit.

In de zwarte, stompige vingers van den slijper, tusschen de rauwe, eeltige nagels teer-de het blauw-lichtend geflonker van facetten en de ribjes zetten kuiven van smachtend, waterig blauw als nachtegaal-kweel in staalblauwen nacht.