United States or Estonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Genade, schreeuwde de vischverkooper, Uilenspiegel, steek mij dood met uw kruismes, stel aan mijn lijden een einde. Smijt die vrouw weg. Breek de klokken. Dood de kinderen, die schreeuwen! En Tonia folterde hem zonder ophouden, totdat een oud man medelijden kreeg en heur het wafelijzer ontnam.

Lamme raapte zijnen stok op, stelde zich te weer en riep: Ter hulp, Uilenspiegel! Uilenspiegel was daar met zijn kruismes. De Egyptenaar zei hem in het Hoogduitsch: Gieb mir Geld, einige Thaler. Zie, sprak Uilenspiegel, het meideken gaat schaterlachend henen en keert zich gedurig om, opdat men heur volge. Gieb mir Geld, sprak de man. Betaal uwe minnarijen. Wij zijn arm en willen u geen kwaad.

"Zwijg maar," antwoordde Breydel, "de eerste Fransman die haar wat links beziet, zal met mijn kruismes kennis maken. Maar meester Pieter, dat wij de poorten sloten en Johanna niet in de stad lieten, ware dat niet beter? Al de beenhouwers zijn gereed: de Goedendags staan achter de deuren en op de eerste roep zijn de Leliaards naar...."

Den volgenden dag, een Zaterdag, de geliefkoosde dag van de weerwolven, toog Uilenspiegel henen met eenen brief van den baljuw voor den parochiepaap van Heist, en met de val onder zijnen mantel; overigens was hij gewapend met een goede bus en een scherp, versch aangezet kruismes; in 't heengaan zei hij tot die van Damme: Ik ga op jacht naar de meeuwen en zal met haar dons oorkussens maken voor mevrouw van den baljuw.

"Wilt gij er de beenhouwers uitsluiten, terwijl er de wevers in zijn? Ras, maak u uit de weg, of het zal u berouwen!" De deur ging open en een jonge man met sterke leden en fraaie gelaatstrekken trad in de kamer. Een kolder als die van Deconinck, maar met meer smaak versierd was zijn kleedsel, en een groot kruismes hing aan zijn gordel.

Op zijn hoofd droeg hij een platte muts waaronder zijn haren een halve voet lang over zijn oren hingen. Een gordel bracht de wijde vouwen van de kolder om zijn lenden en het gevest van een kruismes blonk aan zijn zijde. Daar hij een oog verloren had, waren zijn wezenstrekken niet zeer aangenaam.

De man greep met haastigheid naar zijn kruismes, doch zijn Deken herkennende, stond hij op en sprak: "O Meester, wat pijnlijke last hebt gij mij opgelegd, toen gij mij geboodt in de stad te blijven: de genade Gods alleen heeft ons van een onvermijdelijke dood gered. Onze huizen zijn geplunderd, onze broederen gehangen en vermoord en God weet wat er morgen zal gebeuren.

Mannen en vrouwlieden, weest zonder vrees; 't is de deken, die Soetkin deed sterven van smerte. En met eene hand hield hij hem bij den nek, onder de kin, terwijl hij met de andere zijn kruismes trok. Maar Tonia, de moeder van Betkin, hield hem tegen en riep: Neem hem levend gevangen. En met klissen trok zij zijn grijze haren uit, terwijl zij zijn aangezicht met heure nagelen doorwoelde.

"Het is een brief van Mijnheer Van Loncin ..." stamelde de geveinsde Dichter met gebroken woorden. "Wacht!" hernam de Deken. "Ik zal het welhaast zien." Hij nam zijn kruismes, en sneed het er omgewonden vlas van de zegel. De leliebloemen, het wapen van Frankrijk gezien hebbend, sprong hij vloekend vooruit, en vatte de onbekende bij de baard.

Hierop ging hij enige treden achterwaarts, plaatste zich met de rug tegen een boom, stroopte de mouwen van zijn kolder tot aan de schouders op, en toog zijn blikkerend kruismes uit de schede. De ronde spieren van zijn blote armen waren gespannen, en zijn gelaat kreeg iets in zich dat de leeuwen eigen is. "Wee degene die mij raakt!" riep hij met kracht.