United States or Croatia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nadat mijnheer Krüger mij ook zeer vriendelijk begroet had, nam ik plaats, bediende mij zelf van een glas bier en een sigaar, en vertelde toen mijn beiden vrienden uitvoerig, wat mij naar Apia gevoerd had. "Maar dat is alleraardigst, Arendt!" riep Hendrik uit, terwijl hij zijn glas tegen mij ophief, "dat je die verwaande Engelschen zoo getracteerd hebt!

"Hoe lang, dunkt u, zullen wij op dit kleine lapje gronds midden in den Grooten Oceaan moeten blijven?" "Dat kan wel verscheiden weken duren, beste mijnheer Krüger," was het antwoord. "Dat is een heel treurig vooruitzicht, kapitein," zeide mijn chef. "Mijn neef in Mulifanua zal zeer ongerust worden over ons lang uitblijven en zeker gelooven, dat wij op de een of andere manier verongelukt zijn.

"Het verschil is niet zoo heel groot, mijnheer Krüger," antwoordde kapitein Johannsen; "als de kotter, naar ik hoop, zee kan bouwen, zal ik, in plaats van dadelijk naar het Zuiden te gaan, naar het Zuidoosten koers zetten, dan kunnen wij, als de wind eenigszins gunstig is, in vier en twintig uren te Mulifanua zijn."

Mijnheer Krüger, onder wiens bijzondere leiding ik stond, bracht mij na het ontbijt in een nette kamer, die, naar hij zeide, voor mij bestemd was; hij deelde mij mede, dat wij na een korte rust te paard zouden stijgen, om de plantages in de buurt van Mulifanua te bezichtigen.

Vandaar dan ook, dat hij zegt, dat hij misschien Kruger wel eens zou meegenomen hebben. D.w.z. hij zou misschien toegegeven hebben aan den aandrang van den vriend, om hem mee te nemen, maar met zijn volle instemming zou hij dat niet gedaan hebben. Immers hij was natuurlijk van meening, dat Kruger haar liefde niet mocht aanwakkeren.

In de laatste dagen van April reed mijnheer Krüger met mij en onze twee knechts naar Apia waar wij in het Hotel International onzen intrek namen. Wij troffen daar mijn vroegeren reisgenoot, Gustaaf Gaedecke, reeds aan, die mij hartelijk welkom heette; wij hadden elkander sinds anderhalf jaar niet gezien.

Ik acht het niet kwaad, onzen consul van dit geval in kennis te stellen, vóór zijn Engelsche collega het hem op zijn manier komt vertellen." "Draagt het uw goedkeuring weg, directeur, dat ik met u mee ga naar den consul?" vroeg mijnheer Krüger. "Ik wil afscheid van hem nemen, want direct na het lunch, zou ik gaarne naar Mulifanua terug willen keeren."

"Gij zult zien, dat er al heel spoedig iets gewichtigs gebeuren zal; ik heb dokter Raffel als een bijzonder verstandig en energiek man leeren kennen, die den Engelschen, deze belachelijke aanklacht zeker wel betaald zal zetten." In mijn hotel teruggekeerd, vond ik tot mijn groote verrassing op het terras, de heeren Krüger en Hendrik Petersen, die wel wat laat hun lunch gebruikten. "Hallo!

Misschien dacht-i dat ik hem zou meebrengen, en dat zou ik ook misschien weleens gedaan hebben, want Kruger was m'n beste vrind, en hy hield byna net zooveel van Liesjen als ik. O, heel veel! Tot zoover was Jansen gevorderd met z'n vertrouwelykheden, toen 't paar de Haarlemmerpoort bereikte.

De volgende dagen besteedden wij aan verdere uitstapjes in de buurt van Laulii, waarna directeur Beckmann in overleg met de heeren Krüger en Gaedecke, besloot, ongeveer driehonderd hectaren gronds van het opperhoofd, den eigenaar van die landstreek, te koopen.