United States or Saint Lucia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Dan zijn we de verkeerde poort uitgereden!" knorde de boersche voerman, "en dan doen we beter den tol niet door, maar links af langs het bosch te rijden;" 't geen echter den tolbaas niet aanstond, die verzekerde dat men de Werve evengoed kon bereiken als men een kwartier later links af draaide, "een makkelijk schulppad, zoo hard als een steenweg, zouden we vinden, met hooge populieren tot aan het dennenbosch, en dan wees de weg zich vanzelf."

Des morgens vond ik het in vasten slaap, den staart onder het lichaam naar voren, den kop met den snavel onder de borst teruggebogen, het lichaam ineengerold. Toen ik het in zijn sluimering stoorde, knorde het ongeveer als een jonge Hond, maar een weinig zachter en misschien op welluidender wijze.

Ik geraakte bij hem in zeer kwaden reuk, niettegenstaande ik hem somwijlen met welgevallen op de dwarsfluit hoorde spelen; een instrument, waarmede hij handig wist om te gaan. Deze nieuwerwetsche Egisthus knorde overluid, zoo vaak hij mij de kamer zijner meesteres zag binnentreden; doch zij gaf hem de minachting, waarmede hij mij bejegende, met woeker terug.

»Het spijt mij dat die man zijn tijd zoo slecht kiest!" knorde Verburg, »maar er is niets tegen te doen, ik dien hem te ontvangen. Laat boven komen, Mietje!" De indringer was waar hij wezen wilde; hij werd binnengelaten. Na de eerste begroeting, die van Verburgs zijde nogal voorkomend was, scheen de vreemdeling eenigszins verlegen hoe aan te vangen.

Het likte de hand van bekende personen en liet zich door hen krauwen, intusschen rekte het zich uit en gaf zijn tevredenheid door een zwak geluid te kennen. Vreemde personen, kinderen en Honden trachtte het te bijten. Als het toornig was, knorde en knarsetande het op een zeer eigenaardige wijze.

Dan rees hij op en zou haar vangen, En tilde haar de scheem'ring uit, Terwijl zij knorde: "Stoute guit!" Of boos hem kneep in beî zijn wangen, Of bad, die wilde weelde moê: "Ei, kweel eens wat, ik luister toe." En lang had Roeltjen niet te dringen, Was 't vremd dat de Oost hem 't hoorde zingen? 't Lief kind scheen aan zijn zij' te springen:

"Zoo," knorde Vader, "moest jij weer boterham eten met Roodkapje of Kleinduimpje?" "Kind, kind, weer gelezen?" zei Moeder, "wat is dat toch een verdriet. Kom, geef mij dat boek nu eens en ga je vlug aankleeden." Een oogenblik later kwam Nellie terug met roode oogen.

Grootmoe zou 't misschien niet eens vertellen. Ze kon nooit velen, dat vader erg knorde op hem. Zou hij het groot je vragen? Nee, dat toch maar niet; hij mocht niet van vader en moeder, dan zou grootmoe het ook niet willen. "Waar zat je toch?" vroeg moeder, toen hij de kamer weer binnen kwam. "Toe veeg jij even gauw de keuken aan en je zet om half vijf de aardappels op het stel.

Lisette stond bleek en stijf haar na te staren en toen ik haar naderde en troosten wilde, stiet zij mij driftig terug en ijlde naar haar kamer. Ik wist niet wat te doen, kind; of ik haar volgen zou of niet; het hart klopte mij, of het barsten moest en terwijl ik daar nog stond, kwam Lisettes moeder, die mij eene boodschap opdroeg, en knorde omdat de veeren zoo verspreid over den grond lagen.

Uit vreeze haar te martelen, wilde ik langzaam en zacht te werk gaan, en zij rukte en schudde aan hare gulden leeuwenmanen of zij ze uit wilde trekken; dus bedierf ze in ééne seconde door hare drift wat ik in minuten tobbens had veroverd. Intusschen praatte en knorde zij voort.