United States or Uruguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nog eenige schreden verder, en men komt aan de leelijke, van hun kruinen beroofde olmen der barrière Saint-Jaques, een uitvinding der philanthropen, die het schavot willen verbergen, het verachtelijke en schandelijke Grèveplein eener kleingeestige maatschappij, die, voor de doodstraf terugdeinzend, ze evenwel noch stoutmoedig durft afschaffen, noch ze met kracht handhaven.

Doch allermeest pijnigde het haar, dat hun innigste private leven, hun fijne, mooie verhouding, die slechts hij en zij kenden, door nieuwsgierige vingers bezoedeld en aan de kritiek van kleingeestige wezens onderworpen werd.

Dit was nu zeer goed en wel; maar nu was ik ook tot dien rang gestegen, waar de slagboom neerviel: en kleingeestige staatsinstellingen moesten mij beletten, hier te lande ooit hooger op te klimmen. Ik leerde ondertusschen, te Amsterdam zijnde, de dochters van den op pensioen gestelden Kapitein Reefzeil kennen. Ik werd verliefd op de jongste, en zag mij weldra gelukkig door haar wedermin.

Maar de waarheid is, dat het wittebroodskind maar een uitstapje naar de Rijnprovinciën heeft gemaakt, waar hij zich een tijdlang schuil gehouden heeft voor zijne vrienden en bekenden en eene allerliefste pfarrersdochter heeft leeren kennen, die hem tot een gelukkig echtgenoot en huisvader heeft gemaakt, hetgeen niet heeft belet dat de geheele familie en al hare adherenten sinds een wrok behouden heeft tegen Majoor Frans en niet hebben verzuimd deze door allerlei kleingeestige represailles te koelen.

Ik had dikwijls genoeg van allerlei soort van commandanten gehoord, van strenge, van kleingeestige, van ruwe; maar deze overtrof al mijn begrip en verreweg wat ik dacht, dat ooit door een flink officier zou geduld worden. Zeer verontwaardigd en vast besloten mij niet op die wijze te laten behandelen, ging ik nogmaals naar hem toe en verzocht vergunning om naar wal te gaan.

Bovendien mocht hij voor verschillende diensten betaling eisen en had een zeer uitgebreide macht, zodat hij zeer zeker wel een man was, die men door geld of geschenken goedgunstig zou trachten te stemmen. In 1727 was Jan de La Fontaine het kleingeestige plagen van goeverneur Noodt zo moe geworden, dat hij ontslag vroeg.

Ja, ja, die kleingeestige wereld, niet waar? Maar je meent 't natuurlijk niet. Je kunt je immers niet eens 'n voorstelling maken van dat vrije leven. En daar ben je toch ook veel te goed voor, je zoo te vergooien, foei! daar ben je 'n veel te knappe, aardige jongen voor. Ga nou maar weer aan je werk en zet je die fantasieën uit je hoofd, en denk aan je toekomst." Ja!.... En dan gehoorzaam ik!

»Maar, lieve beste vader! wat zijn dat voor kleingeestige bedenkingen; als gij meent dat die mij zouden weerhouden te gaan, dan vergist gij u. Juist dat ik nuttig, juist dat ik hen van eenigen dienst kan zijn, maakt dat ik er met minder tegenzin heenga, dan zoo ik komen moest alleen voor mijn genoegen.

Dan had zij het moeten aanzien hoe de Koningin, om een droom uit de sprookjeswereld harer kindsheid te verwezenlijken, en haar geliefde daarmede te verrassen, ontzettende sommen verkwistte, die zoodoende aan de welvaart harer onderdanen onttrokken werden; hoe zij groote en gewichtige zaken liet achterstaan bij de ijdele en angstvallige verzorging harer eigene persoon; hoe kleingeestige jaloerschheid haar de rechtvaardigheid en goedheid deed vergeten die haar anders eigen waren; hoe zij, de vriendelijkste en meest vrouwelijke van alle gebiedsters, in een toornige opwelling tegen een ondergeschikte zich tot onrechtvaardigheid toe vergat, wanneer diens manier van doen haar met verontwaardiging vervulde.

»Je moet reizen, Frits! je moet reizen! De Hollanders zetten elkander hier allerlei kleingeestige vooroordeelen aan, die voor het leven inroesten. Monseigneur M*