United States or Botswana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Langs een knoopladder beklauterde hij 's nachts de fortmuren, terwijl de storm hem heen-en-weer slingerde, terwijl de vonken van het grieksch vuur aan zijn kuras kleefden, en ziedend hars en gesmolten lood uit de schietgaten stroomden. Dikwijls werd zijn schild door een steenworp verbrijzeld. Bruggen stortten in onder den al te zwaren last zijner benden.

Als nevelbeelden woelden de halfnaakte wezens, wier los omgeworpen dunne zijden kleederen, doortrokken van het vocht, aan hare leden kleefden, in bont gewemel door elkander over den verwarmden marmeren vloer van de badzaal, van welks zoldering lauwe droppels nedervielen, die op den steenen grond uiteenspatten.

'r Moest iemand op 't dak zijn, 'n kat kòn dat niet. Even kleefden Chris' kouse-voeten aan 't loopergoed, even bonsde 't in 'r hart als in 'n overkokenden ketel. "Blijf nou niet

's Avonds was haar gezicht vertrokken, haar lippen kleefden aan het tandvleesch, ze begon brakingen te krijgen, en den volgenden morgen, in de vroegte, voelde ze zich heel minnetjes en liet een priester roepen. Drie buurvrouwen waren bij haar, toen ze het heilig oliesel ontving. Daarop zei ze, noodig met Fabu te moeten spreken.

Een vervaarlijk gerucht, honderdmaal akeliger dan de ontzaglijkste stilte, heerste boven de opgehoopte lichamen. Het was de stem der gewonden, roepende: "Drinken, drinken ...Om Godswil, drinken!" De zon brandde met hevige gloed op hun ontblote spieren, en pijnigde hen met een onverdragelijke dorst, hun lippen kleefden aan elkander, en met moeite konden zij een ratelende doodsklacht vormen.

Steil rijst de rots, en braam en stekelwisch, Die hatende aan heur breede flank zich kleefden, Behoeden daar een poel van duisternis, Waarom ze een doornenkrans van weedom weefden. Gelijk te middernacht een rosse smids’, Zoo zoekt die muil waar nacht en stilte zweefden, Om uit te wellen, nu het uchtend is Den blik, die ijst, voor waar nooit zielen leefden.

Balan, die geheel uitgeput was door het hevige bloedverlies, kroop op handen en voeten naar hem toe en beproefde zijn helm los te gespen. Toen hij het geliefde gelaat daaronder zag, haast onherkenbaar door het bloed en de stof, die eraan kleefden, barstte hij in luid snikken uit.

Toen hij zijne hand aan zijne zijde bracht, voelde hij hoe zijne kleeren op die plek kleefden van het bloed, dat hem uit eene diepe wonde vloeide. Hij besloot echter met geen woord hiervan te reppen en te wachten, tot zij aan eene geschikte rustplaats kwamen, waar hij gelegenheid zou hebben, zijne wonde zelf uit te wasschen en te verbinden.

Een oogenblik zag hij ze in de dronken en bevlamde gezichten, ze waren vertrokken en misvormd door de opwinding, vuile zweetstralen daalden onder de hoeden vandaan, de haren plekten en kleefden en waren in de war, de oogen glommen wellustig, de monden waren opengeschreeuwd tot donkere gaten. Met geluiden van verschrikking gingen ze voorbij.

Oogenblikkelyk opgestaan zynde, riep ik verscheiden van myne medgezellen, om hun dit zelfde te doen zien, en dadelyk riep een Officier van 's Compagnies krygsvolk uit; "het is het wandelend blad"! Na een naauwkeurig onderzoek bevonden wy, dat het een insect was, wiens vlerken zoo zeer naar een blad gelyken, dat verscheiden lieden het voor een voortbrengzel uit het Plantenryk hebben aangezien: het was een zoort van springhaan, maar bedekt met vier vlerken van eene eironde gedaante, en van omtrent drie duimen lengte, waar van de bovenste zoo aan elkander vast kleefden, dat zy juist een bruin blad met deszelfs vezelen scheenen te vertoonen.