United States or Saint Kitts and Nevis ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aardig was de weerglans van dit rijke kleedsel; want bij alle bewegingen veranderde het van toon en kleur. Dan scheen het, door de zon verlicht, als het fijnste goud met gele glans te blinken, dan weder werd het groen, dan weer blauw.

Zijn degengevest was met gesteente afgezet, en zijn zwierig kleedsel met kostbaar gouden stikwerk geboord. Konden deze teekenen van rijkdom den eerbied der mindere lieden voor hem opwekken, zijn open doch mannelijk aangezicht, iets in zijne uitdrukking, zacht en fier tevens, stemde iedereen bij den eersten blik tot toeneiging voor hem.

Een kolder van bruin wollen laken hing hem van de hals tot aan de voeten; dit kleedsel zonder sieraad of boordsels verschilde oneindig van de fraaie kleding der Edelen. Merkbaar was het dat de Deken der wevers, met inzicht, alle zwier verworpen had, om zijn lage staat aan te tonen, en alzo hoogmoed tegen hoogmoed te stellen; want die wollen kolder dekte de machtigste man van Vlaanderen.

Wanneer zij bij geval het hoofd ophief om eenen voorbijganger te mijden, bezag men haar met verrassing, als ware men verwonderd, zulke wezenstrekken onder dat ellendig kleedsel te vinden. Inderdaad, het arme meisje was zeer schoon; in hare blauwe oogen, alhoewel nu door de smart verduisterd, glom eene vonk van gevoel en verstand; hare wangen waren zuiver en haar voorhoofd lelieblank.

Een kerkdienaar had eenen mantel over hem geworpen, en hij zat, op den houten vloer ineengekropen, onder dit wijde kleedsel. Hij hoorde hoe men zijnen naam uitriep en hem eenen ijselijken dood toezwoer; het hart klopte hem van angst, en het koude zweet brak hem uit. Alle hoop had hem echter niet begeven, want tot dan had geen zijner vijanden er aan gedacht deze schuilplaats te doorzoeken.

Terwijl hij dus gebogen zat, kwam nog ver van daar een ander mens aangestapt. Een bruine wollen monnikskolder met een wijde kap, die op de rug neerviel, was zijn kleedsel, een grijze baard daalde tot op zijn borst, en zijn zwarte glinsterende ogen waren onder zware wenkbrauwen gezonken; bruin was zijn benig gelaat en diepe rimpels lagen op zijn voorhoofd.

"Wilt gij er de beenhouwers uitsluiten, terwijl er de wevers in zijn? Ras, maak u uit de weg, of het zal u berouwen!" De deur ging open en een jonge man met sterke leden en fraaie gelaatstrekken trad in de kamer. Een kolder als die van Deconinck, maar met meer smaak versierd was zijn kleedsel, en een groot kruismes hing aan zijn gordel.

Zodra zijn blik op de uitgeteerde wangen van Machteld viel, en dat hij, in plaats zijner aanminnelijke verloofde, niets meer dan een levend geraamte voor zich zag staan, liep een ijskoude siddering over zijn leden; het bloed zijner wangen keerde plotseling in de geschokte boezem terug, en zijn aangezicht werd bleker dan het witte kleedsel zijner vriendin.

Alles was om hem doods en stil; de vensters halfgesloten zijnde, was het vertrek slechts bij een twijfelachtige schijn verlicht, en niets kon men horen dan de lastige hijgingen des ridders en het gekraak van een zijden kleedsel. In een hoek der kamer zat Machteld met de hand voor de ogen: tranen lekten in stilte door haar fijne vingers en doffe zuchten ontvlogen haar beklemde borst.

Het lichte kleedsel der maagd vloog in de wind en haar vrije lokken golfden zachtjes achter haar neerhangend hoofd; zij verweerde zich wanhopiglijk tegen degene die haar in zijn armen gevangen hield, en vervulde de lucht met haar smartlijke kreten. De zwarte ridder bleef in de weg staan en velde de speer om de schakers af te wachten.