United States or Czechia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met plezier! zei de kikker; en ging een beetje verzitten, omdat een grassprietje hem hinderde. Zooals ik je zei: ze doen heel raar, en zijn erg deftige dieren. Soms zijn ze goed voor je, en soms kwaad. Je kunt niets op hen aan. Over 't algemeen zijn het, behalve de ooievaars, voor ons de gevaarlijkste dieren.

Hij zat nog altijd in dezelfde houding van rust; en met stille bewondering keek het bloempje naar zijn mooie, zachte, gemarmerde borst. Eindelijk vroeg ze met een heel bedeesd stemmetje: Ben je wakker? Al lang! zei de kikker bedaard. Waarom zeg je dan niets?... Goeden morgen! Ik zat te denken waar ik mijn ontbijt zal gaan nemen. Wat is dat? Waar ik zal gaan eten! Wat is eten?

Ik zal mijn zwak stemmetje tot hem laten gaan, en vragen "waarom", en naar zijn sterke stem hooren om antwoord. Dat zal je weinig helpen! Dat doen de menschen ook. Die verzinnen van alles om antwoord te krijgen. Maar 't antwoord komt tòch nooit!... Nu, ik ga dan maar! Goeden dag! De kikker rekte zijn lichaam uit en sloot zijn mond stijf toe: breed en wijs.

Hij rolde zich om en om op 't gras, de vier pooten in de hoogte, en het had niet veel gescheeld, of hij was in de sloot gevallen. Nu, zoo'n bad was misschien wel goed geweest voor den schrik." "O, die kikker," schaterde Dolf. "Hij zag Pollo's tong voor een rozeblaadje aan." "Ja, of voor een vischje," lachte Nel. "O, eenig, eenig!" proestte Door. "Maar stil, laat mij nu verder lezen."

Toch duidelijk had ze 'm gezien met 'n vierkante kroon op z'n hoofd... z'n vingers vol gouwe ringen en 't broodmes met bloed... O, o, o wat had ze 'n dorst. Dat slootwater kon je niet drinken. Dat stonk geregeld. God zou ze danken op d'r knieën als ze nou zoo'n kikker was, zoo lekker in 't kouë water en drinken zooveel as je wou.

Dat is de maan! zei de kikker omhoog ziende, Die komt soms 's nachts. Maar je kunt niets op haar aan; soms blijft ze nachten weg. De menschen maken dan ook zelf 's nachts licht in hun huizen. Slapen die dan nooit? Jawel; maar dan willen zij nog iets doen. Vader zei dikwijls: Je kunt niet begrijpen, zooveel als die dieren altijd te doen hebben. Denk je dat ze ooit niets doen? Zoo net als jij of ik?

Een breed pad, dat moeilijk te begaan is, omdat ze er allemaal steenen in geslagen hebben, met kieren tusschen iederen steen, en hoogtes, en laagtes, dat je een goede borst moet hebben om er over heen te komen. Gelukkig heb ik die nog al. De kikker blies zich eens een beetje op, en haalde diep adem, zoodat zijn wit en grijs gevlekte borst opbolde. Wat deedt je op den straatweg? vroeg 't viooltje.

Twee pooten waren gevouwen onder de schaduw van het lijf en twee pooten steunden de houding van omhoog zitten, en wijs neerzien. Nog te weinig wakker om angstig te zijn, riep 't viooltje: , wat is dat? Ik ben het! Neem me niet kwalijk, dat ik zoo onbeleefd je slaap stoor! 't Was bij ongeluk! Maar wie ben je? Ik heet kikker! Wat doe je hier? Wel, springen, natuurlijk! Waarom?

Ze vond alles heel merkwaardig wat de kikker vertelde, al begreep ze dikwijls niet wat hij bedoelde. Ze kon zelf slecht praten; beter luisteren; en maakte er in haar droomerig hoofdje maar iets van, als ze niet precies begreep. Ze vond 't ook niet noodig, om uitleg te vragen, van dingen die haar niet bizonder troffen. Alleen was 't gezellig, iemand zoo bij zich!

Het wild dat hij spoelde was een groote kikker, en na een poosje liep hij in een kring om de brug heen, greep zijn buit en verdween in de bosschen. In de nabijheid van steden, waar er veel op hem gejaagd wordt, is Mooweesuk schuwer geworden, evenals de vos, en heeft tallooze listen geleerd waar hij vroeger niets van kende.