United States or Timor-Leste ? Vote for the TOP Country of the Week !


Den baron, die had zoo zen gezelligheid buten 's huus, zoo op zen eigen gelegendigheid, weet ge. Moar de baronesse kiek, 't wordt straks al veertig jaor da'k hier dien maar 'k kan oe wel verkloaren, nooit heb ik haar anders gekend as moar zoo oakelig op heurzelf nooit met een schepsel eris vertrouwelijk!" »»Dus eene menschenhaatster?" »»Krek, joa joa! As een uil in een boom.

't arme kind viel voorover op 't wêgske, de neus ien bloed. Kiek! doar lee ze! Griet sloeg zich de handen op de knieën van 't lachen; 't was niemeer uut te houen! ze bezwiemde, verechtig! Achter de koak en in 't lief, 't dee heur zeer van de lach!

"Kiek, daar kumt wat moois oan! Da's kemiek! , , , !" Een schaterend gelach gaat onder de menigte op, als de jeugdige Theodorus te voorschijn treedt in een pakje, half rood, half geel en met een groote roode pruik op, waarvan de blauwe kuif spits en statig omhoogsteekt. Een zwarte poedel, met een rood rokje aan en een steek op, volgt hem op de achterpooten loopend.

"Soms", zegt Naumann, "komt het Kleine Waterhoentje, wanneer het menschen bij of op het water druk hoort spreken, uit zijn schuilplaats te voorschijn, gaat gewoonlijk aan den waterkant, op een drijvend blad staan en begroet de bezoekers met zijn schelle stem." Dit geluid klinkt als "kiek kiek kiek."

Op sommige mooie punten, een magnifieke kiek biedende op een waterval of rotspartij, stonden theehuizen. Wij hadden echter haast en hielden ons nergens op. De weg werd steil en zigzagwijze ging het naar boven. Onze groom was, naar wij meenden, achtergebleven, maar op een zeker punt zagen wij hem in een theehuis zitten rooken en drinken, terwijl hij op ons wachtte.

Op sommige mooie punten, een magnifieke kiek biedende op een waterval of rotspartij, stonden theehuizen. Wij hadden echter haast en hielden ons nergens op. De weg werd steil en zigzagwijze ging het naar boven. Onze groom was, naar wij meenden, achtergebleven, maar op een zeker punt zagen wij hem in een theehuis zitten rooken en drinken, terwijl hij op ons wachtte.

Ze had gemeend dat Dissel, zoo eensklaps weer in het bezit van zulk een schat gekomen, en opgewekt door hare woorden; "Teunis, kiek erst nog is noar d' uiers eer da'j 't verkupt!" zijn plannen zou hebben laten varen en een werkzaam en nuttig lid zijner gemeente zou geworden zijn.

Kan-je niet spelen: „Hij moppert alweer, Hij moppert alweer, Hij moppert alweer, kiek, kiek!”» wat in die dagen een bekend straatdeuntje was. Jan van der Vliet begon te lachen, en ik van den weeromstuit ook. »Neenzeide ik, »zulke deuntjes speel ik hier niet. Toe Bob, ga nu heen, want je houdt mij van mijn werk af.» »Heusch niet, Dorus. Speel jij maar, dan zal ik zingen.

Ik bespeur mijn verheugden ruiter, die met drie nieuwe paarden komt aanhollen. Hij zegt iets en stijgt van het paard. Hij gaat bij het eene staan en verklaart, dat ik nu met mijn werk kan voortgaan. "Je maakt misbruik, vriend!" antwoord ik in het Fransch. En om er van af te zijn, draai ik zijn hoofd om en doe alsof ik hem kiek.

Jochem mot ook lachen alhoewel ie niks vremds oan dat kalf ziet.... "Zoo'n dom.... gezicht!" hakkelt dominee, terwijl hij met geweld zijn lachen zoekt te bedwingen. "Kiek, nou blêrt ie, domenei," roept Jochem, terwijl hij op het kalf wijst, en heft daarbij een zoo langgerekten hikkerigen lach aan, dat dominee het eensklaps weer uitproest en, alles in de kamer aan 't schudden raakt.