United States or Brazil ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij kende de kerkwetten op zijn duimpje; bij het aanvaarden van zijn bediening had hij een geheelen winter lang de synodale wet bestudeerd, voorover op het boek met den vinger de regels volgend, de woorden spellend; wijze spreuken en spreekwoorden kende hij bij de vleet en ook had hij een groot geheugen voor grappige geschiedenissen.

Om ... om, stamelde hij, omdat u de zuster is van mijn vriend, niet waar, en ik zag u hier nooit ... Zij antwoordde niet: zij had in hare eenzaamheid verleerd te converseeren en zij gaf zich er niet de minste moeite voor. Ik heb u vroeger dikwijls in de comedie gezien, sprak Quaerts; toen meneer Van Even nog leefde. In de opera, zeide zij. Ja. O, ik kende u niet. Neen.

Die kleine aanraking, hoe onuitsprekelijk gelukkig zoû dat zijn! Zij die hem zoo goed kende, zij, die alle dag in de innigste aanrakingen met hem geleefd had, verheugde zich nu al als op iets buitengewoons, in het vooruitzicht van die aanraking van hun handen boven de ontbijttafel. Ja, want dat zoû daar dan haar familie, haar familie zijn.

"Niemand groette mij, niemand kende mij, niemand liet zich met mij in, want ik stond op het punt om eerloos te worden.

Grootvader had een grooten hartstocht voor het spel, hombre en whist, dat hij niet goed kende en waardoor hij dus groote sommen verloor, daarenboven gaf en leende hij steeds maar groote sommen uit, waarvan hij nooit iets terug zag.

Het scheen Eline, alsof zij elkaâr veel te verhalen hadden en niet wisten waarmede te beginnen. Het had haar geschenen, alsof zij hem reeds lang kende, en nu bleek het, dat ook hij haar reeds kende. Zij waren geen vreemden meer voor elkander. Houdt u veel van Vincent? vroeg zij. Heel veel. Ik heb veel medelijden met hem.

Ik had nu al ruim drie jaren het oude continent verlaten, ik kende Engeland en Frankrijk niet, ik was, al zeg ik het zelf, een goed piqueur, geen slecht rijder; forsche lichaamsoefeningen stonden mij aan, ik engageerde mij bij zijn gezelschap.

Hij daagde den dominee uit als eerlijk man precies te zeggen of hij hem kende.

"Omkeeren en vluchten zou dwaasheid zijn, dan hebben ze ons weldra met enkele sprongen ingehaald." Rob voelde het hart in de keel kloppen. Hij was niet bang van aard, maar den leeuw kende hij tot nog toe alleen uit Artis, waar de tralies hem veilig van den toeschouwer scheiden.

Als kind deed ik al die dingen werktuigelijk, zonder vragen, omdat anderen vóór mij en met mij hetzelfde hebben gedaan. Toen kwam er een tijd, waarin mijn geest begon te vragen: "Waarom doe ik dit, waarom is dit en dat zoo?" Waarom waarom tot in het oneindige! En ik verkoos toen niet meer, dingen te doen waarvan ik tekst noch uitleg kende.