United States or Equatorial Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zeker zullen de negers met hunne zachtmoedigheid, met hunne nederigheid van hart, met hunne neiging om meer verheven geesten te vertrouwen en zich op hoogere macht te verlaten, met hunne kinderlijke eenvoudigheid, liefderijkheid en vergevensgezindheid, den hoogsten vorm van het eigenaardig christelijk leven aanbieden, en misschien, daar God kastijdt wien Hij liefheeft, heeft Hij het arme Afrika, thans zoo diep vernederd, uitverkoren om het te maken tot het hoogste en edelste in dat koninkrijk, dat opgericht zal worden wanneer alle andere koninkrijken zijn gewogen en te licht bevonden; want de eersten zullen de laatsten zijn en de laatsten de eersten.

"O, het valt hard, uw genade, zijn oogappel, zijn dierbaar kind te verliezen!" antwoordde hij met een tranenvloed: "Zij was zoo schoon, zoo braaf, zoo rein; en nu... dood.... in de lente haars levens! Gerechte God! wat heb ik misdaan, dat Gij mij zoo zwaar kastijdt?" Van Bergen gevoelde innig wat die ongelukkige vader moest lijden. Ook hij was dikwerf en bang beproefd.

Door de kleurgebroken bogen Van de tranen die gij zondt, Worden ziende weêr mijn oogen Als in nieuwen morgenstond: Zien de matelooze wereld Stralen nog van zoom tot zoom; Heel de matelooze wereld Bleef uw ongerepte droom! Laat mij onder uw beminden, 't Zij gij zegent of kastijdt: Blijf mij eeuwiglijk verblinden Tot het kind dat u belijdt.

Niet genoeg, dat de mensch hem kastijdt en ranselt en alles uit hem haalt wat hij aan kracht kan leveren, zijn naam wordt bovendien zonder piëteit als scheldnaam gebruikt. Maar is de ezel werkelijk zoo'n ezel, of heeft de miskenning van de natuur van den ezel zijn naam zulk een boozen klank gegeven? Die vraag laat zich niet beantwoorden, zonder dat men eerst eens goed aan het onderscheiden gaat.

Ik ben uw hondje; ja, Demetrius, Kastijdt ge mij, te slaafscher vlei ik u; Behandel me als uw hond; sla, stoot mij weg, Verwaarloos mij, vergeet mij, maar vergun, Dat ik, al ben ik dit niet waard, u volg'. Wat minder plaats kan 'k beedlen in uw hart, En toch een plaats door mij zoo hooggeschat, Dan dat ge mij behandelt als uw hond?

Zulke nachtelijke bezoeken van den Heere vielen dan wel als een verkwikkende dauw op de ziel; maar mijn kracht is geen steenen kracht, en door de slapeloosheid verminderde ik zeer, zoodat ik meer dan anders tegen de lange reis opzag. Hoe zwaar de Heere echter ook kastijdt, Hij doet 't altijd op een vaderlijke wijze, en doet in 't midden der beproeving Zijne trouwe goedheid aan de ziel merken.

Dit blijkt aan Farao straf, Die zoo blind'ling loopt naar 't graf; Die in 's Heeren straffe tijdig Blijft verstokt, versteend partijdig, Daar een ieder roê, als vriend, Hem tot beteringe dient: Want de strengheid Gods ten lesten Iedereen kastijdt ten besten, En zijn geessel al begrijsd Op een grooter roede wijst.

Ook voor die welke reeds een baard kregen, den »Koning der koningen" Cæsarion, wien zijn gouverneur voor iedere ongehoorzaamheid kastijdt, en voor den woesten knaap Antyllus, die de laatste avonden toegang verkreeg bij onze vriendin." »Zijn eigen vader, Antonius, heeft hem dien verschaft." »Juist, en Antyllus bracht weder Cæsarion bij haar.

De hond is een dier dat sedert lang van zijne natuurlijke onderhoudsmiddelen is afgesneden en voor zijn voedsel geheel afhankelijk is van den mensch. Als een vrije, wilde hond, was hij onverschrokken, moedig, wreed. Als een tamme, slaafsche hond, bezit hij lage onderworpenheid, kruipende willoosheid; hij klaagt wanneer hij een trap krijgt en likt den voet die hem kastijdt.

Ze wist dat Ibarra dicht bij haar was, en ze dacht aan hem terwijl ze, zich bewaaierend, keek naar den stier van een der evangelisten, die heel veel van een karbouw had. Pater Dámaso had het over onvromen en slechtaardigen: "Gij zult sterven in goddeloosheid, onbekeerd kettergebroed! God kastijdt u reeds hier op aarde met kerker en gevangenschap!